4. a) de dupe zijn het slachtoffer zijn
b) spijkers met koppen slaan krachtig handelen
6. a) het (al. 1) het afval
b) hier (al. 2) de voorafgaande zinnen in alinea 2
c) hier (al. 3) de punt van de barrière
d) Het (al. 4) een proefmodel van de installatie