Kennismaken is zorgbehoefte bepalen les 5

Kennismaken is zorgbehoefte bepalen
Week 5
2023-2024
1 / 38
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Kennismaken is zorgbehoefte bepalen
Week 5
2023-2024

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Methodisch werken in de zorg

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoe ver ben je met de BPV opdracht?
Ik heb de opdracht nog niet besproken
Ik heb de opdracht besproken
Ik ben al met de opdracht aan de slag
De opdracht is bijna af
De opdracht is klaar, alleen nog feedback krijgen
De opdracht en feedback staat al in mijn portfolio

Slide 3 - Poll

This item has no instructions

Hoe goed kan je al een zorgplan opstellen
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

This item has no instructions

Planning
  • Quizz over verpleegplan
  • even terug naar de aflevering van Paul de Leeuw
  • In groepjes een verpleegplan maken
  • nabespreken
  • Pauze
  • Theorie verwerken voor portfolio

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Link

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kun je benoemen welke stappen er nodig zijn om een verpleegplan op te stellen.
  • Aan het einde van de les heb je geoefend met het opstellen van een verpleegplan



Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hoe gaat het met je portfolio van deze LWP
(verwerking theorie)
Module 1
Methodisch werken in de zorg
(Zorg bieden en overdragen van informatie)
Module 3 
Zorgplan
(rapporteren van geleverde zorg, doel van rapporteren, rapporteren volgens SOAP, kiezen van interventies, rapporteren en evalueren)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn potentiële verpleegproblemen?
A
Verpleegproblemen die op dit moment zichtbaar en actueel zijn
B
Verpleegproblemen geformuleerd volgens de PES structuur
C
Verpleegproblemen die de verpleegkundige op basis van deskundigheid in de toekomst verwacht.
D
Verpleegproblemen die zo verlopen als de verpleegkundige wenst

Slide 9 - Quiz

RUMBA betreft net als SMART, een instrument om verpleegdoelen te controleren op haalbaarheid. Het verschil is dat SMART ook helpt om de verpleegdoelen te formuleren en RUMBA dit niet doet. RUMBA helpt alleen bij het controleren van de haalbaarheid van een PES geformuleerd doel
Wat doe je in de diagnostische fase van het verpleegproces?
A
ziekte vaststellen
B
evalueren
C
verpleegprobleem formuleren
D
verpleegdoel formuleren

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een verpleegdoel?
A
Wanneer je iemand gaat verplegen is dat het doel
B
Opgelegde protocollen en standaarden gebruiken om je doel te bereiken
C
Gewenste situatie waar je met de zorgvrager naartoe wilt werken binnen een bepaalde periode
D
Als verpleegkundige bepaal jij zelf wat je wilt bereiken met je zorg voor een zieke client

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Verpleegdoelen formuleren is een onderdeel van de ...... van het verpleegkundig proces
A
Diagnose
B
Evaluatie
C
Planning
D
Uitvoering

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welk hulpmiddel gebruik je om een verpleegdoel te formuleren
A
RUMBA
B
PES
C
SMART
D
SOAP

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

RUMBA
R = Relevant = Belangrijk voor de cliënt / ter zake doend
U = Understandable = Begrijpelijk, in begrijpelijke taal geschreven
M = Measurable = Meetbaar, toetsbaar
B = Behavioral = Concreet, in gedragstermen en daardoor voor iedereen waarneembaar, gedrag
A = Attainable = Haalbaar

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wie stelt de verpleegdoelen op?
A
de patiënt
B
de verpleegkundige
C
de patiënt met de verpleegkundige
D
de hoofdbehandelaar

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Met de PES
A
formuleer je het verpleegdoel
B
omschrijf je het verpleegprobleem
C
omschrijf je de interventies
D
toets je je hypothese

Slide 16 - Quiz

antwoord B

Het verpleegdoel omschrijf je met SMART (of RUMBA)
Een motorisch doel gaat over
A
een handeling (aanleren)
B
de motoriek die nodig is voor de vpk
C
met een elektronisch hulpmiddel
D
Samen doen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Verpleegkundige interventies is stap 4 van het verpleegkundige proces
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een goede interventies bij een verstopte sonde?
A
Sonde krachtig doorspuiten met 5 ml lauw water
B
Doorspoelen met bruiswater
C
Doorspoelen met vruchtensap
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Een reanimatie is
een voorbeeld van een geplande interventie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Welke woorden missen hier in het hulpmiddel voor beschrijven interventies?
A
wake up, waanzinnig
B
wat, welke
C
wat, wanneer
D
waardoor, waarheen

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Nabespreken
  • Welke vragen stelt Paul de Leeuw? Wat valt je daaraan op?
  •  Wat kan je hierin zelf nog leren?

Voor elk kind ga je een verpleegkundige diagnose formuleren in de structuur van de PES
Daaraan ga je een SMART doel koppelen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Emilie heeft een hersentumor
Emily heeft een tweelingzus waar ze erg close mee is ze doen alles samen. Omdat ze veel overgeeft, niets meer binnen kan houden moet ze worden opgenomen in het ziekenhuis. Ze mist daar haar zusje vreselijk; ze moet vaak huilen en zegt haar erg te missen.

Maak: PES, probleem in 1 zin, SMART doel, stel interventies op
Kies bij welk gezondheidspatroon (Gordon) en welk domein past dit probleem?

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Emilie
P: Emilie mist haar zusje:
E: ziekenhuisopname
S: Huilen en geeft aan haar te missen

Emilie mist haar zusje omdat ze vaak opgenomen is, ze hier verdrietig door

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

verpleegdoel
Emilie geeft na 3 dagen aan haar zusje minder te missen dan bij de start van de opname


Slide 25 - Slide

This item has no instructions

interventies
  • 3 keer per dag videobellen
  • met ouders regelen dat haar zusje elke dag op bezoek kan komen
  • met ouders regelen dat ze een van de drie nachtjes kan blijven slapen 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Formuleer de PES

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Formuleer de PES

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Casus
Meneer P. (86 jaar) is jouw patiënt in de thuiszorg. Hij is afhankelijk van hulp en kan zichzelf niet zelfstandig redden met ADL en mobiliseren. Hij woont samen met zijn vrouw die door haar leeftijd haar man niet kan verzorgen. 
Van de 24 uur per dag komt hij 3 keer, op jouw aandringen, uit bed. Dan zit hij even in de stoel naast het bed en mobiliseert onder begeleiding naar het toilet of de badkamer. Daarnaast komt de fysiotherapeut één keer per week met hem oefenen. Meneer P. heeft weinig eetlust en laat ruim de helft van zijn maaltijden staan. Hij heeft al jaren diabetes mellitus en gebruikt daarvoor insuline. Je ziet dat hij een erg rode huid heeft op zijn stuit. Zijn huid is op die plaats ontveld en hij geeft pijnklachten aan, precies op die plek.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Opdracht in groepjes van 2-3

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Casus

  • Formuleer 2 verpleegproblemen volgens de PES. (uiteindelijk 1 zin)
  • Stel daarop 2 SMART doelen (doelen sluiten aan op je probleem dat zijn geen interventies!)
  • Welke interventies ga je doen? Om je doelen te halen?
  • Bij ieder doel 3 vragen maken die je gaat stellen na afloop van je uitgevoerde interventies (hou het doel in de gaten) Richt je op de zv en niet op jezelf (verpleegkundige).

Slide 31 - Slide

This item has no instructions


Formuleer 1-2 verpleegproblemen volgens de PES. (uiteindelijk 1 zin)
P: Probleem
Meneer P. heeft doorligplekken.
Hij heeft pijn op die plaats: de stuit.
E: Ethologie (oorzaak)
Meneer P. ligt gemiddeld 21 uur per dag op bed.
Hij eet de helft van zijn maaltijden.
Dhr. heeft diabetes.
S: Symptomen
De huid op zijn stuit is ontveld en is erg rood.


Slide 32 - Slide

This item has no instructions


Formuleer 2 verpleegproblemen volgens de PES. (uiteindelijk 1 zin)







Dhr. heeft doorligplekken en pijn op de stuit door slechte voedingstoestand, diabetes en immobiliteit dat zien we aan ontvelling en roodheid op de stuit. 
(doorligplekken en pijn kan je apart formuleren) 


Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Nu het doel!







Dhr. heeft doorligplekkenen en pijn op de stuit door slechte voedingstoestand, diabetes en immobiliteit dat zien we aan ontvelling en roodheid op de stuit. 


Slide 34 - Slide

This item has no instructions

                           Doelen dhr. P

Dhr. heeft doorligplekkenen en pijn op de stuit door slechte voedingstoestand, diabetes en immobiliteit dat zien we aan ontvelling en roodheid op de stuit. 

1. Dhr. kan over een week vertellen wat een slechte voedingstoestand, diabetes en Immobiliteit voor invloed heeft op de wond op de stuit. Kan vertellen wat hij zelf zou kunnen aanpassen.  Dit evalueren we bij de laatste ADL zorg van deze week.

2. Dhr. geeft over een week volgens de pijnscore minder pijn aan bij de wond. Deze pijnscore word ieder dag ingevuld samen met dhr. en eind van de week geëvalueerd


Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Welke interventies horen bij de doelen van dhr. P
  1. informatie geven over....
  2. diëtist inschakelen
  3. zijn vrouw helpen stimuleren tot.....
  4. pijnstilling regelen bij de arts
  5. evalueren


1. Dhr. kan over een week vertellen wat een slechte voedingstoestand en zijn diabetes voor invloed heeft op de wond op de stuit. Dit evalueren we bij de laatste ADL zorg van deze week.

2. Dhr. geeft over een week volgens de pijnscore minder pijn aan bij de wond. Deze pijnscore word ieder dag ingevuld samen met dhr. en eind van de week geëvalueerd


Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Welke interventies horen bij de doelen van dhr. P
  1. informatie geven over....
  2. diëtist inschakelen
  3. zijn vrouw helpen stimuleren tot.....
  4. pijnstilling regelen bij de arts
  5. evalueren
Welke vragen stel je?

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag met theorie van deze week
Module 1
Methodisch werken in de zorg
(Zorg bieden en overdragen van informatie)
Module 3 
Zorgplan
(rapporteren van geleverde zorg, doel van rapporteren, rapporteren volgens SOAP, kiezen van interventies, rapporteren en evalueren)

Slide 38 - Slide

This item has no instructions