Les 2. Meester worden in JavaScript: Datatypes en Variabelen

Meester worden in JavaScript: Datatypes en Variabelen
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Meester worden in JavaScript: Datatypes en Variabelen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoe staan we erin vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

This item has no instructions

Wat weet je al over JavaScript?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Inhoud

Variabelen
Datatypes
Oefeningen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn variabelen?
A
Data types
B
Willekeurig nummer
C
Containers met Data
D
Undefined Data

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Variabelen
  • Variabelen in JavaScript worden gebruikt om waarden op te slaan. 
  • Ze kunnen ook  van datatypes veranderen tijdens de uitvoering van een programma.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn datatypes?
Datatypes in JavaScript definiëren het soort gegevens dat in variabelen kan worden opgeslagen, zoals:
  • Nummers 
  • Strings 
  • Booleans

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Primitieve datatypes
Primitieve datatypes in JavaScript zijn eenvoudige gegevenstypen zoals strings, numbers, booleans, null en undefined.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Variabelen declareren
In JavaScript kun je variabelen declareren met het 'var', 'let' of 'const' trefwoord, gevolgd door de variabelnaam.
  • const Naam;
  • let familieNaam;
  • var leeftijd;

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Variabelen toewijzen
Je kunt waarden toewijzen aan variabelen met het '=' teken. 

const Naam = "Paul";
let familieNaam = "Walters";
var leeftijd = 40;

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Praktische oefening
Laat de studenten een eenvoudig programma schrijven waarin ze verschillende datatypes en variabelen gebruiken.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat:
Hoe:
Hulp:
Tijd:
Klaar:

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
  • Aan het einde van de les kun je verschillende datatypes en variabelen in JavaScript begrijpen en gebruiken.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 14 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 15 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 16 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.