This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
#Zone van Naaste Ontwikkeling
Beroepstaak 2A
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Doel van deze les
Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat de zone van naaste ontwikkeling is en hoe deze theorie van Vygotsky relevant is voor de kinderopvang en leerprocessen.
Slide 2 - Slide
Introduceer het doel van de les en leg uit waarom het belangrijk is om deze theorie te begrijpen.
Wat weet je al over de zone van naaste ontwikkeling?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Wie was Vygotsky?
Lev Vygotsky was een Russische psycholoog en filosoof die bekend staat om zijn theorie van de zone van naaste ontwikkeling.
Slide 4 - Slide
De theorie van Lev Vygotsky is belangrijk geweest omdat het een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan ons begrip van hoe kinderen leren en zich ontwikkelen.
denk aan: sociale interactie, samenwerken en taalontwikkeling
Wat is de zone van naaste ontwikkeling?
De zone van naaste ontwikkeling verwijst naar het verschil tussen wat een kind kan doen zonder hulp en wat een kind kan doen met de hulp van een PM'er of ander kind.
Slide 5 - Slide
Leg de zone van naaste ontwikkeling uit en geef voorbeelden om het concept te verduidelijken.
Hoe kan de ZNO worden toegepast?
Pedagogisch medewerkers kunnen de ZNO gebruiken om het leren van kinderen te stimuleren door hen uit te dagen om taken uit te voeren die net buiten hun comfortzone liggen, maar nog steeds haalbaar zijn met de juiste begeleiding.
Slide 6 - Slide
Leg uit hoe docenten de ZNO kunnen toepassen in hun lespraktijk, en geef voorbeelden van hoe dit kan worden gedaan.
Interactief Element: Quiz
Pak je telefoon erbij
Slide 7 - Slide
Maak een korte quiz met enkele vragen om studenten te laten zien wat ze hebben geleerd en waar ze nog meer aandacht aan moeten besteden.
Wat is de Zone van Naaste Ontwikkeling?
A
Het niveau van vaardigheden dat kinderen al hebben.
B
Het gebied tussen wat een kind al kan en wat het nog niet kan, maar wel kan leren met de juiste begeleiding en ondersteuning.
C
Het potentieel van een kind om te leren zonder begeleiding.
D
X
Slide 8 - Quiz
This item has no instructions
Waarom is de ZNO zo belangrijk in de kinderopvang?
A
Het benadrukt het belang van concurrentie tussen leerlingen.
B
Het benadrukt het belang van individuele verschillen tussen kinderen en het bieden van de juiste ondersteuning om kinderen te helpen hun volledige potentieel te bereiken.
C
Het benadrukt het belang van het herhalen van kennis om deze te versterken.
D
x
Slide 9 - Quiz
This item has no instructions
Hoe kan een pedagogisch medewerker de ZNO toepassen in de praktijk?
A
Door activiteiten aan te bieden die net buiten hun huidige vaardigheden liggen, maar wel binnen hun ZNO.
B
Door kinderen te laten concurreren met elkaar.
C
Door kinderen alleen te laten werken aan activiteiten die ze al volledig beheersen.
D
x
Slide 10 - Quiz
This item has no instructions
Wat is het verschil tussen de huidige vaardigheden van een kind en zijn potentieel?
A
De huidige vaardigheden van een kind verwijzen naar wat het kind kan leren met de juiste begeleiding en ondersteuning, terwijl het potentieel van een kind verwijst naar wat het kind momenteel kan doen zonder hulp.
B
Er is geen verschil
C
De huidige vaardigheden van een kind verwijzen naar wat het kind momenteel kan doen zonder hulp, terwijl het potentieel van een kind verwijst naar wat het kind kan leren met de juiste begeleiding en ondersteuning.
Geef voorbeelden van verschillende manieren waarop de ZNO kan worden toegepast in de klas en bespreek de voordelen van elke methode.
Conclusie
De zone van naaste ontwikkeling is een belangrijke theorie voor het begrijpen en bevorderen van het leren van kinderen. Door het begrijpen van de ZNO kunnen pedagogisch medewerkers kinderen helpen om hun potentieel (vermogen/kracht) te bereiken.
Slide 13 - Slide
Rond de les af met een korte samenvatting van de belangrijkste punten en leg uit waarom deze theorie belangrijk is voor docenten.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 14 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 15 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 16 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.