Biologie les 6 1VBC - Terugblik H1 en H2
1 / 44
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Welke stoffen zijn er nodig om fotosynthese te laten plaatsvinden?
A
Water + zuurstof + glucose
B
Water + mineralen + glucose
C
Zuurstof + glucose + koolstofdioxide
D
Water + koolstofdioxide + lichtenergie
Slide 25 - Quiz
Welke stoffen komen er vrij bij fotosynthese?
A
Warmte + water
B
Zuurstof + water + lichtenergie
C
Zuurstof + glucose
D
Glucose + water
Slide 26 - Quiz
Wat is het omgekeerde van fotosynthese?
A
Assimilatie
B
Verbranding
C
De-fotosynthese
D
Verdamping
Slide 27 - Quiz
Verbranding
\Fotosynthese
Slide 28 - Drag question
Fotosynthese kan plaatsvinden in alle delen van de plant?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 29 - Quiz
Door de stengel van een plant lopen verschillende soorten vaten, welke zijn dit?
A
Water- en mineraalvaten
B
Glucose- en watervaten
C
Hout- en bastvaten
D
Wortel- en assimilatievaten
Slide 30 - Quiz
Bastvat
Houtvat
Vervoer van water en mineralen
Vervoer van water en assimilatieproducten
Slide 31 - Drag question
Sluitcel zit vol met vocht
Sluitcel zit minder vocht in
In deze houding zitten de huidmondjes in de nacht.
In deze houding zitten de huidmondjes overdag.
Op deze manier beschermt een plant zicht tegen droogte.
Slide 32 - Drag question
Aan welke zijde van het blad liggen de huidmondjes?
A
Bovenzijde
B
Onderzijde
C
Zowel aan de onder- als bovenzijde
Slide 33 - Quiz
Wie weer hoeveel zaadcellen er vrij komen bij een zaadlozing?
A
1.000 - 5.000
B
100.000 - 200.000
C
Een half miljoen
D
100 miljoen - 400 miljoen
Slide 34 - Quiz
Productie zaadcellen
Opslag zaadcellen
Voortstuwen zaadcellen
Toevoegen basisch vocht
Toevoegen vocht met voedingsstoffen
Slide 35 - Drag question
Voeding eicel, ontwikkelen embryo
Eicellen ontwikkelen
Opvangen eicel, bevruchting
Activeren zaadcellen door basische slijmprop.
Slide 36 - Drag question
Hoeveel dagen duurt de cyclus van een vrouw?
A
21 dagen
B
28 dagen
C
30 dagen (1 maand)
D
35 dagen
Slide 37 - Quiz
Zwangerschapshormoon
Mannelijk geslachtshormoon
Vrouwelijk geslachtshormoon
Slide 38 - Drag question
Urinebuis
Eierstok
Urineblaas
Baarmoeder
Eileider
Trechter
Slide 39 - Drag question
Prostaat
Teelbal
Zwellichamen
Urineblaas
Bijbal
Zaadleider
Slide 40 - Drag question
Op de hoeveelste dag van de cyclus vindt de eisprong plaats?
A
7e dag
B
14e dag
C
21e dag
D
28e dag
Slide 41 - Quiz
Slide 42 - Drag question
Dwarsligging
Normale ligging
Stuitligging
