Les 4 (avoir, zinnetjes maken)

Bonjour! Prend un cahier et un stylo:
(probeer niet in je boek te kijken, maar vertaal:) 

1. In mijn familie, zijn we met zes.
2. We zitten (zijn) in dezelfde klas. 
3. Mijn moeder is lerares Frans. 
4. Ze hebben een grote zwarte hond. 
timer
5:00
1 / 12
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bonjour! Prend un cahier et un stylo:
(probeer niet in je boek te kijken, maar vertaal:) 

1. In mijn familie, zijn we met zes.
2. We zitten (zijn) in dezelfde klas. 
3. Mijn moeder is lerares Frans. 
4. Ze hebben een grote zwarte hond. 
timer
5:00

Slide 1 - Slide

1. In mijn familie, zijn we met zes.

Slide 2 - Open question

2. We zitten (zijn) in dezelfde klas.

Slide 3 - Open question

3. Mijn moeder is lerares Frans.

Slide 4 - Open question

4. Ze hebben een grote zwarte hond.

Slide 5 - Open question

Heb jij broers en zussen?

Slide 6 - Open question

Réponses:

1. Dans ma famille, nous sommes six.
2. Nous sommes dans la même classe.
3. Ma mère est prof de français.
4. Ils ont un grand chien noir. 

Slide 7 - Slide

Aujourd'hui:
  • Schrijfopdrachtje met Apprendre 2 (hebben we net gedaan)
  • Grammaire II: le verbe avoir! 
  • Devoirs: ex. 8A-C 

Slide 8 - Slide

<-- Regardez au tableau --> 
Weten jullie nog: persoonlijk voornaamwoorden? 
1e, 2e, 3e persoon? Wat was het ook alweer? 

Slide 9 - Slide

Vul eens in op een kladblaadje:
Vul het nog niet in je aantekening zelf in! Misschien maak je foutjes. Wat zijn de vormen van het werkwoord "avoir"? 
je / j'
tu 
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
ai
as
a
avons
avez
ont

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Aujourd'hui:
  • Schrijfopdrachtje met Apprendre 2 (hebben we net gedaan)
  • Grammaire II: le verbe avoir! 
  • Devoirs: ex. 8A-C (p. 57-58) (D mag je proberen, die is lastiger!)

Slide 12 - Slide