Dalton D2A klas 2 trede 12 - Gesignaleerd/gezocht en gevonden

Nederlands - trede 12 -
Mender Marinus
mmarinus@ovofn.nl
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Nederlands - trede 12 -
Mender Marinus
mmarinus@ovofn.nl

Slide 1 - Slide

Lesdoelen/planning
Planning:
  1. Lezen
  2. Gesignaleerd
  3. Zelfstandig werken
  4. Pauze
  5. Quizje
  6. Gezocht en gevonden
  7. Zelfstandig werken
  8. Reflectie/vooruitblikken
  9. Afsluiten

Slide 2 - Slide

10 minuten lezen!

timer
10:00

Slide 3 - Slide

Gesignaleerd - tekstverbanden
    Opsomming--------------Niet alleen is het vandaag vrijdag, maar ook...
    Tijdvolgorde--------------Vroeger was ik jong, tegenwoordig...
    Tegenstelling-------------Je bent wel leuk, maar...
    Oorzaak-gevolg----------Doordat de haai zijn been afbijt, is hij...
    Voorbeeld/toelichting---Er zijn veel tekstverbanden, zoals...
    Reden/argument---------Omdat..., wil ik graag eerder vrij.
    Samenvatting------------Al met al hebben we vandaag...
    Conclusie----------------Dus is PSV gewoon een ontzettende...

Slide 4 - Slide

Daltontijd
Zelfstandig werken


timer
10:00

Slide 5 - Slide


Wat heb je geleerd?
Wat zou je nog meer willen weten?
Denk ook aan de lesdoelen:
timer
2:00

Slide 6 - Open question

timer
5:00

Slide 7 - Slide

wat is een tekstverband?
A
dat plakt stukken tekst aan elkaar
B
dat is wat stukken tekst met elkaar te maken hebben
C
dat zijn alinea's
D
dat zijn deelonderwerpen

Slide 8 - Quiz

Wat is beeldspraak?
A
Er worden beelden laten zien.
B
Je gebruikt taal figuurlijk.
C
Je gebruikt taal letterlijk.
D
Een strip.

Slide 9 - Quiz

Hoofdzaak of bijzaak?
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 10 - Quiz

Tekstverbanden, het woord 'maar' hoort bij een .......tekstverband
A
opsommend
B
chronologisch (tijd)
C
tegenstellend
D
toelichtend

Slide 11 - Quiz

Welk signaalwoord past er bij het volgende tekstverband?
Tekstverband: TEGENSTELLING
A
al met al
B
daar staat tegenover
C
zoals
D
waardoor

Slide 12 - Quiz

Het tegenovergestelde van hoofdzaken is bijzaken.
Bijzaken kunnen zijn:
A
voorbeelden
B
belangrijke informatie
C
details
D
uitleg

Slide 13 - Quiz

Beeldspraak - klopt dit?

'Zo sterk als een hond'
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Taal kun je letterlijk of figuurlijk gebruiken. In welke zinnen staat figuurlijk taalgebruik?
A
zij is een erg sterke vrouw
B
hij is een beer van een vent
C
hij is een grote sterke kerel
D
zij is zo sterk als een beer

Slide 15 - Quiz

Daltontijd
Zelfstandig werken


timer
10:00
Gezocht en gevonden

Slide 16 - Slide


Wat heb je geleerd?
Wat zou je nog meer willen weten?
Denk ook aan de lesdoelen:
timer
2:00

Slide 17 - Open question

Tot ziens!
Vergeet de volgende les niet je boek mee te nemen!
Volgende les: Gesignaleerd

Slide 18 - Slide