Mavo 3 H8.2- Wereldwijde handel

Wereldwijde handel 
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wereldwijde handel 

Slide 1 - Slide

8.1 Waarom de grens over? (deel 2)
Invoerwaarde:
Wat we in totaal betalen voor de import van goederen en diensten
Invoerwaarde:
ingevoerde hoeveelheid x prijs per eenheid
Uitvoerwaarde:
Wat we in totaal met export verdienen
Uitvoerwaarde:
uitgevoerde hoeveelheid x prijs per eenheid

Slide 2 - Slide

Blz 222 Opg 8

Slide 3 - Slide

8.1 Nederland Handelsland (deel 2)
Betalingsbalans:
Een overzicht van alle betalingen aan het buitenland en alle ontvangsten uit het buitenland
Uitvoerwaarde:
Wat we in totaal met export verdienen
Invoerwaarde:
Wat we in totaal betalen voor de import van goederen en diensten
Overschot op de betalingsbalans:
export > import
(er komt meer geld binnen door export dan dat er via de import uit gaat)
O
Tekort op de betalingsbalans:
import > export
(er gaat meer geld uit door import, dan er binnenkomt door export)
T

Slide 4 - Slide

8.1 Nederland Handelsland (deel 2)
Nationaal inkomen 2017:
€ 714 miljard
€ 411,4 miljard
€ 468,5 miljard
Nationaal inkomen=
alle inkomens van de inwoners bij elkaar opgeteld
Importquote=
De totale invoerwaarde als percentage van het nationaal inkomen
Exportquote=
De totale uitvoerwaarde als percentage van het nationaal inkomen
Importquote=
totale invoerwaarde : nationaal inkomen x 100 (%)
Exportquote=
totale uitvoerwaarde : nationaal inkomen x 100 (%)

Slide 5 - Slide

  • Nederland heeft een hoge im- en exportquote
  • Nederland heeft een open economie
8.1 Nederland Handelsland (deel 2)
€ 411,4 miljard (importquote 57,6%)
€ 468,5 miljard exportquote 65,6%
Gesloten economie =
Een land met een lage importquote en exportquote
G
Open economie=
Een land met een hoge importquote en exportquote
O

Slide 6 - Slide

Blz 223 Opg 10

Slide 7 - Slide

Blz 223 Opg 11

Slide 8 - Slide

Hoofdstuk 8
Paragraaf 2
Wereldwijde handel

Slide 9 - Slide

Wat moet je kennen/ kunnen?
  1. Hoe een land zijn concurrentiepositie kan versterken
  2. Waarom internationale arbeidsverdeling goed is voor de welvaart
  3. Wat globalisering is
  4. Waarom landen soms maatregelen nemen om hun economie te beschermen
  5. Welke vier vormen van bescherming er zijn

Slide 10 - Slide

Internationale concurrentiepositie

Hoe een land in staat is om beter en goedkoper te produceren dan andere landen.

Nederland kan dijken leveren met een goede kwaliteit waardoor Nederland een goede positie heeft ten opzichte van andere landen.

Slide 11 - Slide

Internationale arbeidsverdeling

Ieder land maakt producten waarin het goed is. 

Dit is een wereldburger!

Slide 12 - Slide

Globalisering
De toename van wereldwijde contacten en handel.

Gevolg:
Internationale bedrijven die niet aan een land gebonden zijn (multinationals).

Slide 13 - Slide

Protectie = bescherming
De Europese Unie probeert de eigen economie en
werkgelegenheid te beschermen = (protectie)

Hoe doen ze dat:
  1. Invoerrechten
  2. Contingentering
  3. Invoerverbod
  4. Exportsubsidies

Slide 14 - Slide

Invoerrechten
Een extra belasting voor landen buiten de EU, om producten binnen de EU te mogen verkopen)
Hoe werkt het?
  1. Producten van buiten de EU worden duurder
  2. EU-burgers kopen liever iets uit een EU-land (=goedkoper)
  3. Bedrijven binnen de EU verkopen meer
  4. BEdrijven binnnen de EU hebben meer werkgelegenheid
 


Slide 15 - Slide

Contingentering
Dat betekent dat er maar een max. aantal producten van iets mag worden ingevoerd (bv. 250.000 Japanse auto’s)
Hoe werkt het?
  1. Mensen gaan auto’s uit de EU aanschaffen als de Japanse ‘op’ zijn 
  2. Europese autobedrijven verkopen meer.
  3. Er is meer werk bij Europese autobedrijven (en leveranciers)

Slide 16 - Slide

 Invoerverbod

Het product mag niet worden ingevoerd


Slide 17 - Slide

Exportsubsidie
Subsidie (= je krijgt dan geld van de overheid) voor bedrijven die exporteren buiten de EU.
Hoe werkt het?
  1. Je krijgt een subsidie van de overheid.
  2. Je kunt je producten voor een lagere prijs verkopen.
  3. Betekent dat je waarschijnlijk meer verkoopt.
  4. Meer werkgelegenheid bij europese bedrijven

Slide 18 - Slide

Als de lonen in een land stijgen, ________________________de internationale concurrentiepositie.
Hierdoor zal een land ______________________ gaan exporteren.
verbetert
verslechtert
meer
minder

Slide 19 - Drag question

Internationale arbeidsverdeling ontstaat door
A
Internationale concurrentie
B
Protectionisme
C
Nationale concurrentie
D
Vrijhandel

Slide 20 - Quiz

Internationale arbeidsverdeling is:
A
Elk land produceert waar hij goed en goedkoop in is.
B
Elk land produceert hetzelfde product
C
er komen steeds meer gastarbeiders
D
de werkeloosheid neemt toe

Slide 21 - Quiz

Wat is het doel van protectiemaatregelen?
A
beschermen van de burgers
B
beschermen van de overheid
C
beschermen van het buitenland
D
beschermen van het bedrijfsleven

Slide 22 - Quiz

Wat zijn protectiemaatregelen?
A
Overheid beschermt de eigen economie
B
de overheid beschermt de Economie van een ander land

Slide 23 - Quiz

Koppel de juist maatregelen aan de uitleg
Invoerrechten
Importquota
Exportsubsidie
Belasting op ingevoerde producten
Contingentering
Subsidie voor exporterende bedrijven
Maximum aantal
Importheffing

Slide 24 - Drag question

Welke webshop is zonder importheffing het goedkoopst?
A
Bol.com
B
Amazon.co.uk
C
Play.com

Slide 25 - Quiz

Malawi mag, van de EU, maximaal 4 miljoen mango's exporteren naar de EU. Dit noem je
A
Contigentering
B
Invoerrechten
C
Importquota
D
Importheffingen

Slide 26 - Quiz

Zelfstandig werken
Je gaat nu aan de slag met:
- Maken H8.2
- Opdrachten: 1 t/m 13
- blz. 224 t/m 227 

Huiswerk voor morgen!!!!


10 minuten Zs 
timer
10:00

Slide 27 - Slide