Lesdoel behaald? Check it!
1. Je kan vragen hoe het gaat.
2. Je kent de woorden van les 4 (Words Lesson 4)
3. Je kan de past simple (verleden tijd) herkennen en correct toepassen in Engelse zinnen
4. Je kan praten over dingen die jij of iemand anders bezit.
(T: Je kan de past continuous herkennen en correct toepassen in Engelse zinnen)