This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Quiz Renaissance en ontdekkingsreizen
Slide 1 - Slide
Wat was GEEN reden waarom de Renaissance begon in Noord-Italiaanse steden?
A
Minder invloed van de kerk
B
Mensen waren daar heel gelovig
C
Veel handel
D
Contact met de Arabieren
Slide 2 - Quiz
Renaissance betekent
A
herontdekking Middeleeuwen
B
herontdekking Griekse klassieke periode
C
herontdekking Romeins classicisme
D
herontdekking klassieke oudheid
Slide 3 - Quiz
A
Middeleeuwen
B
Renaissance
Slide 4 - Quiz
Middeleeuwen of Renaissance?
"God is de verklaring voor alles wat ik niet begrijp"
A
Middeleeuwen
B
Renaissance
Slide 5 - Quiz
Renaissance of Middeleeuwen?
A
Middeleeuwen
B
Renaissance
Slide 6 - Quiz
Wat doet een humanist?
A
Dingen uitvinden
B
Schilderen
C
Griekse en Romeinse teksten bestuderen
D
Gebouwen bouwen
Slide 7 - Quiz
Leg met gegevens uit de bron uit dat Erasmus een christelijk humanist was
Slide 8 - Open question
Wat was GEEN reden voor de Portugezen en Spanjaarden om op ontdekkingsreis te gaan?
A
De indianen bekeren tot het christendom.
B
Veel geld verdienen aan de producten zoals specerijen.
C
Een goede handelsrelatie opbouwen met de Indianen.
D
De Turkse blokkade van de zijderoute omzeilen
Slide 9 - Quiz
Columbus is een Italiaan
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quiz
Columbus vaart onder Spaanse vlag.
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
Noem twee factoren die de verspreiding van het humanisme naar Noord-Europa bevorderden.
Slide 12 - Open question
Door het humanisme brachten geleerden manuscripten en kennis naar Constantinopel.
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quiz
Erasmus wilde met de studie van oude teksten het christendom veranderen.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quiz
Conquistadores waren ontdekkingsreizigers die een groot deel van Latijns-Amerika in de 15e tot de 17e eeuw onder Spaanse controle brachten. Welke bekende conquistador plaatste het Azteekse rijk onder Spaanse controle?
A
Columbus
B
Hernan Cortés
C
Vasco da Gama
D
Francisco Pizarro
Slide 15 - Quiz
n de geschiedenisboeken wordt Columbus voorgesteld als de ontdekker van Amerika, maar in werkelijkheid zette een ander volk al eerder voet op Amerikaanse bodem. Welk volk bedoelen we?
A
Portugal
B
Frankrijk
C
IJsland
D
Nederland
Slide 16 - Quiz
Deze handelaar/ ontdekkingsreiziger reisde tussen 1271 en 1295 naar voor Europa grotendeels onbekende gebieden zoals Perzië, China en Indië. Na terugkeer beschreef hij de door hem bezochte landen. Wie is deze ontdekkingsreiziger?
Slide 17 - Open question
Je hebt een filmpje gezien over de ontdekkingsreizen van Columbus. Hoe heette het schip waarmee hij de eerste keer een reis ondernam naar 'de nieuwe wereld'?
A
Niña
B
Santa María
C
El niño
D
Pinzón
Slide 18 - Quiz
Wat heeft Bartholomeuz Díaz ontdekt?
A
Het hoogste puntje van Indië
B
Het zuidelijkste puntje van Indië
C
Het zuidelijkste punt van Afrika
D
De vaarroute via het noorden.
Slide 19 - Quiz
Waarom was de ontdekking van Díaz zo belangrijk?
A
Hij legde de basis voor een verdere route naar Indië
B
Het werd een belangrijke haven.
C
Daar werd later veel handel gedreven.
D
Hij ontdekte een hele nieuwe route.
Slide 20 - Quiz
Omschrijf het motto 'memento mori'.
Slide 21 - Open question
De Renaissance kon gedeeltelijk ontstaan door de zelfstandigheid van steden. Dit is vóóral een ...
A
sociale oorzaak
B
culturele oorzaak
C
economische oorzaak
D
politieke oorzaak
Slide 22 - Quiz
Met welke gebieden dreven de Noord-Italiaanse steden voornamelijk handel?
A
Midden-Oosten en Vlaanderen
B
Oostzeegebied en Noord-Afrika
C
Midden-Oosten en Hanzesteden
D
Spanje/Portugal en Oostzeegebied
Slide 23 - Quiz
Wat is een juist kenmerk van de mentaliteit 'memento mori'?
A
De mens stelt zichzelf centraal
B
Gebruik van de rede
C
Verblijf op aarde is tijdelijk
D
Besef dat de aarde rond is
Slide 24 - Quiz
In welk jaar vindt de Val van Constantinopel plaats?
A
1433
B
1443
C
1453
D
1463
Slide 25 - Quiz
Welke stad is Constantinopel nu?
Slide 26 - Open question
Wat is een kenmerk van de 16e-eeuwse humanisten?
A
Humanisten gaven opdrachten voor nieuwe kunst.
B
Humanisten waren rijke handelaren.
C
Universele mens is niet het hoogste ideaal.
D
Kritisch bestuderen van de klassieken.
Slide 27 - Quiz
Wat is géén kenmerk van de Renaissancekunst?
A
De kerk was één van de opdrachtgevers.
B
Uitsluitend schilderen van religieuze voorstellingen.
C
Er is aandacht voor anatomie.
D
De perspectiefwerking is kloppend.
Slide 28 - Quiz
Wat wordt NIET gezien als een gevolg van de Renaissance?