OFL Wk1.1

1 / 21
next
Slide 1: Slide
taalkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Taalbewustzijn
Doelstelling: Verschil tussen eerste- en tweedetaalverwerving. Verschillende typen talen (toontalen/ gebarentalen/ taalfamilies).
Link met curriculum: Taalbewustzijn – Talen leren - Taalstrategieën. 
In dit hoofdstuk worden jullie uitgedaagd na te denken over wat taal en een taal leren is.
Vaardigheden: Ontdekken en analyseren
Talen: Nederlands, Engels, Frans, Spaans, Duits of andere moedertalen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

§1.1: Wat is taal, wat is een moedertaal en hoe leren we taal? 


  1. op de volgende 4 slides gaan we samen de introductie lezen 
  2. daarna ga je met je buur bespreken wat jullie moedertaal is
  3. afsluitend bekijk je een filmpje "Waarom zeggen alle kinderen ter wereld mama?" en beantwoord je de vragen. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Samen lezen (1 van 4)
Wat doet een baby/een jong kind in een paar jaar met betrekking tot het leren van talen? Wat maakt je moedertaal leren zo bijzonder? En hoe kan het eigenlijk dat alle jonge kinderen zo gemakkelijk hun moedertaal leren? Ze hoeven er helemaal niet voor te studeren en ze kunnen het zich eigenlijk nauwelijks nog herinneren! Weet jij nog hoe je jouw moedertaal hebt leren spreken? Vast niet! Dit komt omdat het allemaal automatisch is gegaan. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Samen lezen (2 van 4)
Taal is een bijzonder instrument. Bijna alles wat mensen doen op de wereld is met behulp van taal. Let er maar eens op in je eigen dagelijks leven. Wij communiceren met taal. Zo omschrijven wij dingen met taal, kletsen met taal, en maken zelfs sommetjes voor bepaalde wiskunde-onderdelen met behulp van taal. Als we blij zijn gebruiken we andere taal dan wanneer we boos zijn, of proberen iets voor elkaar te krijgen. Daarom is taal een uiting van een cultuur.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Samen lezen (3 van 4)
Alle talen bestaan uit klanken, woorden, zinnen en een bepaalde melodie die ‘intonatie’ wordt genoemd. Er is zelfs zoiets als een ‘Universele Grammatica’! Wat?! Ja, ja, een Universele Grammatica. Dat klinkt heel moeilijk maar het idee is heel simpel. Alle talen over de hele wereld lijken in bepaalde opzichten op elkaar. Zo hebben alle talen ter wereld ‘werkwoorden’ en alle talen ‘zelfstandig naamwoorden’.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Samen lezen (4 van 4)
In dit onderdeel gaan jullie meer ontdekken over taal. We leren meer over hoe baby’s taal leren, hoe het kan dat dieren anders communiceren dan mensen. We gaan ook zelf ontdekken waarom bepaalde talen meer van elkaar verschillen dan andere talen. Sommige talen behoren namelijk tot dezelfde ‘taalfamilies’. We leren dus ook iets over de geschiedenis van taal! 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Bespreek samen met je buur
1. Wat is jouw moedertaal/wat zijn jouw moedertalen?
2. Kun jij jouw eerste woordjes nog herinneren? Leg uit waarom wel/waarom niet.
3. Zijn er klanken in het Nederlands die jij moeilijk vindt om uit te spreken?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat is jouw moedertaal of
wat zijn jouw moederalen?

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

"Waarom zeggen alle kinderen ter wereld 'mama'?"

Bekijk het volgende filmpje en beantwoord de bijbehorende vragen. 

Het filmpje duurt ongeveer 15 minuten, de vragen worden tussendoor gesteld. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

9

Slide 11 - Video

This item has no instructions

02:52
Waarom is 'mama' het eerste woord van vrijwel iedere baby over de hele wereld?

Slide 12 - Open question

Omdat baby's simpelweg hun mond open en dicht doen en dan de klank "maaa-maaa" produceren. De moeder reageert hier vervolgens op en denkt dat het over haar gaat.
05:10
Wat kennen baby’s tien dagen na de geboorte al van hun moedertaal?

Slide 13 - Open question

Het ritme (of de intonatie) van hun moedertaal. Dit hebben ze namelijk in de buik van hun moeder al 'gehoord'.
Als de baby de intonatie van de moedertaal hoort, blijft het gemiddeld langer aan de speen zuigen.  
05:52
Hoeveel klinkers heeft het Nederlands?
A
meer dan 5
B
meer dan 10
C
meer dan 15
D
meer dan 20

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

07:20
Welke klank leren kinderen het minst snel?
A
a
B
e
C
u
D
i

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

08:47
Marc van Oostendorp zegt dat alle Nederlanders (jij dus ook!) woorden aan elkaar vast plakken. Met dat in het achterhoofd, kun je dan bedenken waarom het leren van een buitenlandse taal nu zo moeilijk is?

Slide 16 - Open question

Omdat je de woorden nog niet kent, is het moeilijk ze van elkaar te onderscheiden. Je hoort dus niet wat de losse woorden zijn.
11:23
Wat is het verschil tussen Nederlands en Engels in de woordvolgorde?

Slide 17 - Open question

In het Nederlands verplaatst het werkwoord in de bijzin zich naar achter, terwijl in het Engels de volgorde niet verandert. 
m.a.w. In het Nederlands staat het werkwoord vaak achteraan in de zin, terwijl dit in het Engels niet zo is. 
11:49
Vinden Nederlandse kinderen het moeilijk om de woordvolgorde te leren?

Slide 18 - Open question

Nee, kinderen hebben kennelijk al snel door wat de woordvolgorde is. 
13:33
Wat zegt Marc van Oostendorp over een taal perfect te leren op latere leeftijd?

Slide 19 - Open question

Dat je na een bepaalde leeftijd bijna niet meer kunt leren om een bepaalde klank te maken. Het aanleren van die klanken hoort bij de vroegste periode in de ontwikkeling van de mens. 
14:12
Kun je een verklaring geven waarom Aziaten die niet in Nederland geboren zijn 'lijst' zeggen in plaats van 'rijst'?

Slide 20 - Open question

Ze kunnen het verschil niet horen tussen de 'r' en de 'l'. Dit heeft niets met de spieren in de mond te maken, maar in de hersenen wordt hetzelfde gebied geactiveerd. 
Huiswerk
Maak een interview met 6 vragen over jouw eigen taal/talen. Neem dit interview af bij 2 mensen in je omgeving, bijvoorbeeld een ouder/je ouders/verzorgers (want hij/zij heeft meegemaakt hoe jij jouw moedertaal geleerd hebt). 
Stel je ouders bijvoorbeeld de vraag wat jouw eerste woordjes waren en bespreek of jullie huisdieren/de vogels in de tuin ook kunnen praten. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions