We gaan vandaag aan de slag met de omtrek en de oppervlakte uitrekenen van rechthoekige figuren. Dat is al een tijdje geleden.
1 / 43
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 8
This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Pluspunt 4 blok 6 les 2 (groep 8)
Welkom bij deze les.
We gaan vandaag aan de slag met de omtrek en de oppervlakte uitrekenen van rechthoekige figuren. Dat is al een tijdje geleden.
Slide 1 - Slide
Doel van deze les
Gisteren hebben we het vooral over schaal gehad, vandaag gaan we met het onderste deeldoel aan de slag. Ook het voorbeeld hiernaast gaat over omtrek en oppervlak.
Slide 2 - Slide
Een paar oefeningen met omtrek
De omtrek is de totale lengte van alle zijden van een figuur.
Slide 3 - Slide
Je kunt tellen hoeveel vakjes er passen in elke zijde van het figuur. Elk vakje staat voor 1 km. Vul het totale aantal in op de volgende slide.
Beginnend van links boven naar rechts:
3 + 1 + 4 + 3 + 7 + 4 =
Slide 4 - Slide
Wat is de totale omtrek van dit figuur in km?
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Hoeveel kost het hek in totaal?
Slide 7 - Slide
Hoeveel euro kost het hele hek?
Je hoeft alleen de cijfers in te vullen.
Slide 8 - Open question
Het juiste antwoord is € 550,-.
Slide 9 - Slide
Die meter die je kunt behangen geldt dus helemaal van boven naar beneden. De tekening is de kamer van bovenaf.
Bereken eerst de lengte van de zijden die je nog niet weet!
Slide 10 - Slide
Wat is de lengte van de zijde met het rode vraagteken?
(Je hoeft alleen de cijfers in te tikken.)
Let er wel op of je een komma moet gebruiken!
Slide 11 - Open question
Wat is de lengte van de zijde met het blauwe vraagteken?
(Je hoeft alleen de cijfers in te tikken.)
Let er wel op of je een komma moet gebruiken!
Slide 12 - Open question
Wat is de totale lengte van alle zijden?
(Je hoeft alleen de cijfers in te tikken.)
Let er wel op of je een komma moet gebruiken!
Slide 13 - Open question
Wat is de prijs van het benodigde behang?
(Je hoeft alleen de cijfers in te tikken.)
Let er wel op of je een komma moet gebruiken!
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Slide
Basisregel omtrek
We hebben net geoefend met lastigere figuren.
Bij gewone rechthoeken is de regel:
omtrek = 2 x de lange zijde en 2 x de korte zijde
ofwel:
omtrek = 2 x lengte en 2 x de breedte
Bij een rechthoek zijn de lange zijden en de korte zijden immers even lang!!
Slide 16 - Slide
Basisregel oppervlakte
Bij de oppervlakte kijk je hoe vaak een kleiner oppervlak, bijvoorbeeld van 1 cm past in het totale oppervlakte.
Bij gewone rechthoeken is de regel:
oppervlakte = de lange zijde x de korte zijde
ofwel:
oppervlakte = lengte x breedte
Het zijn immers 4 x 7 vakjes op een rij = 28 vakjes.
2[?]
7
4
Slide 17 - Slide
Lastigere vormen om de oppervlakte van uit te rekenen
Wat de oppervlakte van dit figuur?
Deel de figuur in twee gelijke rechthoeken en reken van elke rechthoek de oppervlakte uit.
Tel die twee oppervlakten daarna bij elkaar op.
Slide 18 - Slide
Wat is de oppervlakte van de kleine rechthoek? (Vul alleen het getal in.)
Slide 19 - Open question
Wat is de oppervlakte van de grote rechthoek? (Vul alleen het getal in.)
Slide 20 - Open question
Wat is de oppervlakte van de totale figuur? (Vul alleen het getal in.)
Slide 21 - Open question
Lastigere vormen om de oppervlakte van uit te rekenen
Wat de oppervlakte van dit figuur?
Deel de figuur in twee gelijke rechthoeken en reken van elke rechthoek de oppervlakte uit.
Tel die twee oppervlakten daarna bij elkaar op.
Slide 22 - Slide
Wat is de oppervlakte van de totale figuur? (Vul alleen het getal in.)
Slide 23 - Open question
Een andere manier om de oppervlakte van lastigere figuren uit te rekenen
Je kunt ook eerst de oppervlakte uitrekenen van de vorm alsof dat ontbrekende (witte) gedeelte er nog aan zit.
Vervolgens bereken je de oppervlakte van het witte deel.
Dat trek je van het totaal af.
Zie het filmpje op de volgende slide.
Slide 24 - Slide
somup.com
Slide 25 - Link
Toepassing andere manier oppervlakte berekenen
Bij opgave 1 in het werkboek is de getoonde manier erg handig. Het scheelt rekenwerk en dus ook tijd!
Wat is de lengte van de langste zijde?
Wat zou de oppervlakte van de figuur zijn als het witte 'hapje', dat eruit is gehaald, er nog aan zou zitten?
Wat is de oppervlakte van het witte 'hapje'?
Wat is de oppervlakte van de totale roze figuur?
Slide 26 - Slide
Wat is de lengte van de langste zijde?
Slide 27 - Open question
Wat zou de oppervlakte van de figuur zijn als het witte 'hapje', dat eruit is gehaald, er nog aan zou zitten?
Slide 28 - Open question
Wat is de oppervlakte van het witte 'hapje'?
Slide 29 - Open question
Wat is de oppervlakte van de totale roze figuur?
Slide 30 - Open question
Er passen 100 vierkantjes van 1 cm in 1 dm .
Dus let op:
Bij de eenheidsmaten voor oppervlakte moet je bij elke stap vermenigvuldigen of delen met 100!!
2[?]
2[?]
Slide 31 - Slide
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 32 - Quiz
Het goede antwoord was C.
5 dam2 + 500 m2
Van vierkante dm naar vierkante m is 1 stap naar rechts, dus 1 x vermenigvuldigen met 100.
Slide 33 - Slide
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 34 - Quiz
Het goede antwoord was B.
5 dam2 + 500 m2
Van vierkante dm naar vierkante cm is 1 stap naar rechts, dus 1 x vermenigvuldigen met 100.
Slide 35 - Slide
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 36 - Quiz
Het goede antwoord was A.
5 dam2 + 500 m2
Van vierkante cm naar vierkante m is 2 stappen naar links, dus 2 x delen door 100.
Dus komma vier stappen naar links.
Slide 37 - Slide
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 38 - Quiz
Het goede antwoord was D.
5 dam2 + 500 m2
Van vierkante m naar vierkante dm is 1 stap naar rechts, dus 1 x vermenigvuldigen met 100.
Dus komma twee stappen naar rechts.
Slide 39 - Slide
Een voetbalveld is ongeveer 100 meter lang en 50 meter breed. Hoeveel vierkante meter zijn twee voetbalvelden naast elkaar ongeveer? (gebruik alleen cijfers en geen punten)
Slide 40 - Open question
Het antwoord was 10000 vierkante meter.
100 m x 100 m is immers 10000 m .
is evenveel als
1hm x 1hm = 1 hm = 1 hectare (1 ha)
1 voetbalveld is 5000 m
Hoeveel ha is dat?
2
2
2
antwoord
een halve hectare
oppervlakte is
10000 m
=
1 hm
=
1ha
2
2
Slide 41 - Slide
Een gemiddeld klaslokaal is ongeveer 10 meter lang en 5 meter breed.
Hoe groot zijn 2 lokalen naast elkaar ongeveer?
antwoord
10 m x 10 m = 100 vierkante meter
dat is evenveel als 1 dam x dam = 1 vierkante decameter
1 vierkante decameter is evenveel als1 are.
Slide 42 - Slide
Met al deze informatie kun je met de lessen aan de slag.