Les 4- Ballonvaart

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

EMPOWERMENT

Lesdoelen

• Je kent de basisregels van een debatteren.
• Je kent verschillende manieren hoe je je standpunt kunt beargumenteren.
  
• Je gaat oefenen met spreken en samenwerken.

Planning

Uitleg basis van argumenteren 

Kijkopdracht 

Quiz-opdracht 

Opdracht De luchtballon 

Kijk opdracht

Belangrijke begrippen

In een stelling wordt een uitspraak of bewering over een onderwerp gedaan.

Met een standpunt geef je je mening over die stelling.

Met argumenten onderbouw je je mening.

Verschillende argumenten

Argument VOOR

Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen 

Argument TEGEN

Maar de kans dat je huidkanker krijgt, wordt daardoor wel een stuk groter 

Weerlegging: je laat zien dat een argument zwak of niet waar is. 

Argument tegen de stelling. Je hebt er goed over nagedacht. 

Verschillende argumenten

Feitelijk argument (Objectief)

WAAR of NIET WAAR

Kun je controleren

Niet feitelijk argument (Subjectief)

Kun je niet controleren

is eigenlijk een eigen mening

Je moet uitleggen waarom je dat vindt

Weerlegging: je laat zien dat een argument zwak of niet waar is. 

Argument tegen de stelling. Je hebt er goed over nagedacht. 

Welk argument is feitelijk?

1. Ik ga morgen naar de film in Vue; die bioscoop is prettiger
2. Ik ga naar de film in Vue, want die bioscoop is om de hoek
3. Beide argumenten zijn feitelijk

Feitelijk of eigen mening?
Ik ga liever niet mee naar Parijs, want er is veel criminaliteit.

1. Feitelijk
2. Subjectief

Feitelijk of eigen mening?
Ik wil graag naar Parijs, want ik vind het de mooiste stad van Europa.

1. Feitelijk
2. Subjectief

Feitelijk of eigen mening?
Alcohol in het verkeer moet helemaal verboden worden. Er gebeuren namelijk veel ongelukken.

1. Feitelijk
2. Subjectief

Feitelijk of eigen mening?
Mobieltjes in de klas moeten verboden worden. Ze zijn irritant.

1. Feitelijk
2. Subjectief

Feitelijk of waarderend?
Ik denk dat ik de toets heb gehaald, want ik heb mijn best gedaan.

1. Feitelijk
2. Waarderend

Feitelijk of waarderend?
Ik ben een goede student, want ik haal alleen maar voldoendes en ben altijd op tijd.

1. Feitelijk
2. Subjectief

De luchtballon 

Ronde 1: red jezelf!

Elke ballonvaarder (4x) moet in een speech van 30 sec. aangeven waarom hij/ zij beslist in de ballon moet blijven zitten.

De klas mag bepalen wie er blijft!

Tip: Richt je niet op je medestanders, maar op het publiek. Vertel wat zíj eraan hebben als jij mag blijven.

Stemmen

Wie moet in de luchtballon blijven?

1. Student 1
2. Student 2
3. Student 3
4. Student 4

Wat is belangrijk
als je iemand wilt overtuigen?

Nabespreken

Wat waren goede argumenten? 

Wie moet in de luchtballon blijven?

1. Student 1
2. Student 2
3. Student 3

Ronde 2: red jezelf opnieuw!

Elke ballonvaarder moet dit keer een speech houden over waarom de andere twee beslist niet in de ballon mogen blijven zitten. 

Waarom zijn de anderen wel misbaar?

Er kan maar één iemand blijven.

Ik vond deze eerste les:

😒🙁😐🙂😃