het perfectum

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NT2Secundair onderwijs

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vroeger en nu
Vroeger                                   Nu
Het verleden


Ik heb gedanst.                     Ik dans.

Slide 2 - Slide

Vroeger en nu
Het perfectum                     Het presens



Ik heb gewerkt.                    Ik werk.

Slide 3 - Slide

Ik heb vorige week in de tuin gewerkt.
Is de zin vroeger of nu?
Vroeger
Nu

Slide 4 - Poll

Ik leer Nederlands.
Vroeger
Nu

Slide 5 - Poll

Ik loop 10 kilometer.
Vroeger
Nu

Slide 6 - Poll

Ik heb in de discotheek gedanst.
Vroeger
Nu

Slide 7 - Poll

Ik heb naar mijn moeder gebeld.
Vroeger
Nu

Slide 8 - Poll

Wat is het perfectum? 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Maak de oefening.

Slide 11 - Slide

Maak de oefeningen op papier.

Slide 12 - Slide

Is het een -t of een -d?

Slide 13 - Slide

Een voorbeeld
Werken:
ik-vorm: werk
Staat de k in SoFTKeTCHuP?

Wonen
ik-vorm: woon
Staat de n in SoFTKeTCHuP?

Slide 14 - Slide

Let op!
Werkwoorden met een z of een v, maak je anders.

reizen - gereisd
grazen - gegraasd
leven - geleefd



Slide 15 - Slide

Het perfectum: - t of -d?

Slide 16 - Slide

poetsen
luisteren
Voltooid deelwoord met t
(SoFTKeTCHuP)
Voltooid deelwoord met d
groeten
rennen
horen
vragen
wandelen
maken
fietsen
pakken
tekenen
leren

Slide 17 - Drag question

Wat is het perfectum van luisteren?

Slide 18 - Open question

Wat is het perfectum van horen?

Slide 19 - Open question

Wat is het perfectum van ruilen?

Slide 20 - Open question

Wat is het perfectum van vieren?

Slide 21 - Open question

Wat is het perfectum van wandelen.

Slide 22 - Open question