Olympische Spelen

• Lichamelijke opvoeding
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Olympische Spelen 2018

Olympische Spelen

Ik ben lid van een sportvereniging.

1. ja
2. nee

Ik kijk graag naar sport op televisie.

1. ja
2. nee

Ik volg de Olympische Spelen deze maand.

1. ja
2. nee

ik heb ooit iemand ontmoet die meedoet/meedeed aan de Olympische Spelen.

1. ja
2. nee

Ik zou zelf ooit op de Olympische Spelen willen staan.

1. ja
2. nee
3. weet niet

Waar worden de Olympische Winterspelen in 2018 gehouden?

1. Athene
2. Beijing
3. Pyeongchang
4. Sotsje

Hoeveel sporten doen mee aan de Olympische Winterspelen?

1. 15
2. 16
3. 17
4. 18

Anderhalve week na de Olypimsche Winterspelen zijn de Paralympische spelen. Voor wie zijn deze Spelen bedoeld?

1. 65-plussers
2. Olympische Kampioenen
3. Kinderen tot 12 jaar
4. Sporters met een handicap

In welk jaar werden de eerste Olympische Winterspelen gehouden?

1. 1884
2. 1924
3. 1956
4. 2006

Welke sport hoort niet thuis in de Olympische Winterspelen?

1. Langlaufen
2. Hockey
3. Curling
4. Rodelen

Met welke sport haalde Nederland de meeste medailles binnen op de Olympische Winterspelen van 2014?

1. bobsleeën
2. snowboarden
3. schaatsen
4. shorttrack

Wat zijn de kleuren?

De Olympische Spelen vinden om de twee jaar plaats

1. waar
2. niet waar

Olympische kampioenen moeten een Spelen overlsaan, voor ze weer mee mogen doen.

1. waar
2. niet waar

Deelnemers die betrapt worden op het gebruik van doping worden gediskwalificeerd.

1. waar
2. niet waar

Een deelnemer kan meerdere medailles winnen tijdens de Spelen.

1. waar
2. niet waar

In het medailleklassement staat het land met de meeste gewonnen medailles bovenaan.

1. waar
2. niet waar