hst 13 par 1 geluidsbronnen

hst 13.1 "geluidsbronnen"
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

hst 13.1 "geluidsbronnen"

Slide 1 - Slide

Geluid les 1, Doelen:
13.1.1 Je kunt uitleggen hoe het geluid van een geluidsbron bij je oren komt. 
13.1.2 Je kunt uitleggen hoe de conus van een luidspreker in trilling wordt gebracht. 
13.1.3 Je kunt berekeningen uitvoeren met de geluidssnelheid, de tijd en de afstand. 
13.1.4 Je kunt uitleggen waarom je een echo iets later hoort dan het directe geluid. 
13.1.5 Je kunt toelichten hoe je met een echolood de diepte van de zee kunt bepalen. 

Slide 2 - Slide

Planning

  1. Nieuwe stof: geluid horen, snelheid berekenen, echo's
  2. Maakwerk
  3. Evalueren

Slide 3 - Slide

Geluid

Slide 4 - Mind map

Geluid is...
  • een trilling (let maar op;))
  • heeft altijd een bron nodig, iets dat de trilling veroorzaakt
  • heeft iets nodig om doorheen te reizen ( let maar op;))
  • verplaatst zich als een golf

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Geluidsbron
Geluid ontstaat door het trillen van een geluidsbron.
  • stembanden in je keel
  • snaren van een gitaar
  • conus van een luidspreker
  • de motor van een scooter
  • aanslaan van een stemvork

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Demo's
Stemvork
Zelfgemaakte speaker

Hoe werkt een luidspreker?

Slide 9 - Slide

Geluid komt uit .....
A
een geluidsbron
B
een lichtbron
C
je oren

Slide 10 - Quiz

Wat is geluid?
A
Geluid is een trilling, een golf zoals licht.
B
Geluid is energie
C
Geluid is een kracht
D
Geluid is een deeltje zoals water

Slide 11 - Quiz

0

Slide 12 - Video

drukverandering

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Geluid kan zich niet verplaatsen in
A
Vaste stoffen
B
Gassen
C
Luchtledige
D
Vloeistoffen

Slide 17 - Quiz

geluid verplaats door.....
A
Muziek
B
elektronen
C
Golven

Slide 18 - Quiz

De geluidssnelheid is het grootst in?
A
Vaste stoffen
B
Vloeistoffen
C
Gassen

Slide 19 - Quiz

Bij de volgende vragen ben je je aantekeningen schrift nodig.
Je maakt de opdrachten in je aantekeningen schrift in de les gaan we ze behandelen.

Slide 20 - Slide

Gebruik het 5-stappenplan

Slide 21 - Slide

Gebruik het 5-stappenplan

Slide 22 - Slide

Aantekening 1 paragraaf 13.1
Geluidsbronnen maken trillingen in een tussenstof.
Zonder tussenstof kunnen de trillingen je oor niet bereiken. Iedere tussenstof heeft een andere geluidssnelheid. In lucht is dit ongeveer 343m/s.
 s = v * t               afstand = snelheid * tijd
 v in meter per seconde (m/s) en t in seconde (s) dan krijg je s in meters (m).


Slide 23 - Slide

Oefensommen
1. Het geluid van een helikopter doet er 15 seconden over om bij Pieters oor te komen. Wat is de afstand in km tussen de helikoper en het oor van Pieter?

2. De haan van boer Harm zit 20 meter van Harm vandaan. Hoelang doet het geluid erover om bij het oor van boer Harm te komen?
3. Hoeveel minuten is dat?

Slide 24 - Slide

Maakwerk
m. 1 t/m 4 + 7, 10 par 13.1

Slide 25 - Slide

Evalueren

Slide 26 - Slide

Alles wat geluid maakt, noem je een geluid-bron.
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

Geluid in de ruimte
Hoe klinkt het geluid van de gitaar op de maan?
A
Hetzelfde als op aarde.
B
Zachter dan op aarde.
C
Je hoort de gitaar niet.
D
Hoger dan op aarde.

Slide 28 - Quiz

Een luidspreker is een geluidsbron.
Wat trilt er bij een luidspreker als hij geluid maakt?

A
de stembanden
B
de snaren
C
de conus
D
de klankkast

Slide 29 - Quiz

Geluid kan zich niet verplaatsen in
A
Vaste stoffen
B
Gassen
C
Luchtledige
D
Vloeistoffen

Slide 30 - Quiz

In een luidspreker zit een permanente magneet.
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quiz

Wat is geluid?
A
Geluid is een trilling, een golf zoals licht.
B
Geluid is energie
C
Geluid is een kracht
D
Geluid is een deeltje zoals water

Slide 32 - Quiz

De geluidssnelheid is het grootst in?
A
Vaste stoffen
B
Vloeistoffen
C
Gassen

Slide 33 - Quiz


Tussen het uitzenden van het geluid en het ontvangen van de echo zit 0,42 s. 
Hoe diep is de zee?
A
72 m
B
144 m
C
317 m
D
634 m

Slide 34 - Quiz