H3.4 Omgaan met verschillen

H3 'Samen leven'


cursus 3.4 'Omgaan met verschillen'



Tijdvak 2: Grieken en Romeinen

Periode 2: Oudheid

1 / 16
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H3 'Samen leven'


cursus 3.4 'Omgaan met verschillen'



Tijdvak 2: Grieken en Romeinen

Periode 2: Oudheid

Slide 1 - Slide

Herhaling lesdoelen 3.3

Slide 2 - Slide

Hoe kwam het dat het christendom veel aanhangers kreeg?
A
Bij het christelijk geloof is iedereen gelijk. Dat sprak mensen aan.
B
Omdat de keizer dat wilde.
C
Omdat het populair was.
D
Omdat dit het enige geloof was.

Slide 3 - Quiz

Waarom werd het christendom verboden in het Romeinse Rijk?
A
Omdat het te populair werd.
B
Omdat je alleen de Romeinse goden mocht vereren.
C
Omdat de christenen de Romeinse keizer niet wilden vereren.
D
Omdat ze dat een raar geloof vonden.

Slide 4 - Quiz

Lesdoelen 3.4
  • Je kunt uitleggen wat het begrip cultuur betekent.


  • Je kunt 3 dingen noemen waar je een cultuur aan herkent.

 

  • Je kunt uitleggen wat normen en waarden zijn.

Slide 5 - Slide

Kijkopdracht bij cultuur

Cultuur: Wat een groep mensen vindt, doet en maakt. 


Opdracht:

  • Hoe reageren mensen op de presentator?


  • Waar is de presentator naar op zoek?




Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Normen en waarden

Wat is een norm?

  • Wat iemand gewoon (normaal) vindt.


Wat is een waarde?

  • Wat iemand belangrijk vindt

Slide 8 - Slide

Norm of waarde?
Bij een begroeting de handen schudden.
A
Norm
B
Waarde

Slide 9 - Quiz

Norm of waarde?
Mensen met respect behandelen
A
Norm
B
Waarde

Slide 10 - Quiz

Norm of waarde?
Iemand aankijken tijdens een gesprek.
A
Norm
B
Waarde

Slide 11 - Quiz

Norm of waarde?
Bidden voor het eten.
A
Norm
B
Waarde

Slide 12 - Quiz

Evaluatie Lesdoelen 3.4
  • Je kunt uitleggen wat het begrip cultuur betekent.


  • Je kunt 3 dingen noemen waar je een cultuur aan herkent.

 

  • Je kunt uitleggen wat normen en waarden zijn.

Slide 13 - Slide

Je kunt uitleggen wat het begrip cultuur betekent.
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 14 - Quiz

Je kunt 3 dingen noemen waar je een cultuur aan herkent.
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 15 - Quiz

Je kunt uitleggen wat normen en waarden zijn.
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 16 - Quiz