Kritisch lezen en soorten werkwoorden

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vandaag:

- leesdoelen: kritisch lezen
- herhaling H. 21 werkwoorden

Slide 2 - Slide

Leesstrategieën horen bij je leesdoel.

- globaal lezen
- intensief lezen
- zoekend lezen
- lerend lezen
- kritisch lezen

Slide 3 - Slide

Kritisch lezen

Wil de schrijver overtuigen of informeren?

Kloppen de feiten?

Slide 4 - Slide

Facebook
A
betrouwbaar
B
misschien niet betrouwbaar

Slide 5 - Quiz

De Volkskrant
A
betrouwbaar
B
misschien niet betrouwbaar

Slide 6 - Quiz

NOS
A
betrouwbaar
B
misschien niet betrouwbaar

Slide 7 - Quiz

scholieren.com
A
betrouwbaar
B
misschien niet betrouwbaar

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Welke tekst is betrouwbaarder?
A
Is vegetarisch eten gezonder?
B
Vegetarisch eten is gezond.

Slide 10 - Quiz


Lees de tekst op blz. 80. 

Maakopdracht 7 t/m 10 (blz. 81). 
Je mag alleen fluisterend overleggen met diegene naast je. 

Slide 11 - Slide

H. 21 Soorten werkwoorden en het werkwoordelijk gezegde.

Je leert hulpwerkwoorden, zelfstandige werkwoorden en het werkwoordelijk gezegde herkennen. 

Slide 12 - Slide

Wij eten vanavond lasagne volgens het recept van HelloFresh.nl. Eten is een:
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord

Slide 13 - Quiz

Onze correspondent staat zoals altijd voor u klaar in Londen. Staat is een:
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord

Slide 14 - Quiz

Cookies op websites hebben de afgelopen jaren het gebruiksgemak verbeterd. Hebben is een:
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord

Slide 15 - Quiz

Door een veiligheidslek konden hackers duizenden telefoons ontgrendelen. Ontgrendelen is een:
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord

Slide 16 - Quiz

Je mag alleen fluisterend overleggen met diegene naast je. 

Maak opdracht 6 (blz. 89). 

timer
10:00

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Maak in Numo de taak werkwoordelijk gezegde af. 

Helemaal klaar?

Oefen in Numo met woorden. 

Slide 19 - Slide