Communicatie

Communicatie


Periode 2
1 / 49
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Communicatie


Periode 2

Slide 1 - Slide

Theorie
Nu Nederlands online
Spreken 3.1 en 3.2

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • Je kan uitleggen wat verbale en non-verbale communicatie is.
  • Je kan de verschillen tussen verbale en non-verbale communicatie benoemen.
  • Je leert informatie te krijgen door onder andere de houding en gezichtsuitdrukkingen af te lezen.
  • Je kan je communicatie aanpassen aan de doelgroep

Slide 3 - Slide

Wat is communicatie?

Bij communicatie vertel je een boodschap aan een ander persoon.

Dit kan gaan om een gebeurtenis die je wilt vertellen of een vraag die je stelt aan iemand.

De ander reageert hierop naar jou.





Slide 4 - Slide

Zender --> boodschap --> ontvanger 

Slide 5 - Slide

Communicatie

Slide 6 - Slide

Wat is het verschil tussen verbale en non-verbale communicatie?

Slide 7 - Open question

Verbale
communicatie

Slide 8 - Mind map

Non-verbale
communicatie

Slide 9 - Mind map

Non-verbale communicatie heeft verschillende betekenissen


  • informatie overbrengen
  • contact leggen en onderhouden
  • belangstelling tonen
  • feedback geven
  • gevoelens uiten 

Slide 10 - Slide

Lichaamstaal
Lichaamstaal is de communicatie die via de mimiek (gezichtsuitdrukkingen), gebaren, oogcontact en de houding van het lichaam verloopt.

  • spiegelen van lichaamstaal
  • emotionele besmetting
  • invloed van lichaamstaal op jezelf

Slide 11 - Slide

Lichaamshouding

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Algemeen voorkomen (uiterlijk)
Aan je uiterlijk en aan hoe je je kleedt, kunnen anderen zien wat je wilt uitstralen of hoe je je voelt. 


We bekijken de afbeeldingen op de volgende slides.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Gebaren

Slide 20 - Slide

Gezichtsuitdrukkingen

Slide 21 - Slide

Oogcontact

Slide 22 - Slide

Stemklank en toonhoogte
Stemklank is het geluid van de stem, dat het resultaat is van stembandtrillingen in het strottendhoofd.

Intonatie is de zinsmelodie, het verloop van de toonhoogte bij het spreken.
"Jullie hebben hierna nog les"

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Hoe klinkt jouw stem?
Warm of koud?
Zacht of hard?
Vrolijk of verdrietig?
Bang of vol zelfvertrouwen?
Enthousiast of voorzichtig?
Helder of hees?
Mopperend of luchtig?
Schreeuwerig, piepend of fluisterend?

Slide 25 - Slide

Uit onderzoek blijft dat mensen hun stem minder goed onder controle kunnen houden dan hun gezichtsuitdrukkingen. 

Sommige zangers en zangeressen weten je door liedjes te ralken. Vaak is het dan niet alleen de tekst die de emotie bij je oproept, maar ook de manier waarop zij dit lied zingen.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Aanraking en nabijheidsgedrag
Nabijheidsgedrag is de afstand die iemand tot de ander kiest bij het communiceren met deze persoon.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Is dit waar? Je kunt niet niet communiceren

Slide 30 - Open question

Communiceren
  1.  Verbaal en Non-verbaal
  • Spreekhouding 
  • Oogcontact 
  • Stemgebruik 
  • Mimiek 

2. Manieren van communiceren
  • Eenzijdige communicatie 
  • Meerzijdige communicatie 



Non-verbaal is vijf keer krachtiger dan verbaal.

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Het lezen van een informatiebrochure
Intakegesprek met een patient 
Chat in een groepsapp
Eenzijdige communicatie 
Tweezijdige communicatie 
Meerzijdige communicatie 

Slide 33 - Drag question

Tips

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Oefening 

Slide 42 - Slide

Je hebt/ weet/ kunt...
  • Wat verbale comunicatie is
  • Wat non verbale communicatie is
  • Je kunt verschillen benoemen tussen verbale en non-verbale communicatie
  • Je kunt verschillende houdingen, intonatie en mimiek aflezen

Slide 43 - Slide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 44 - Open question

Nog meer oefenen en kijken?

Slide 45 - Slide

In de communicatie heb je in de basis 3 kernbegrippen: zender - boodschap - ontvanger.
Jeroen legt aan Marloes de nieuwe protocollen uit.
Wie/wat is hier de zender, ontvanger, boodschap?

Slide 46 - Open question

Slide 47 - Video

Hints

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Video