pH4 Frans week 20

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Bonjour H4!

Les buts de ce cours:

- Je weet wat de planning is voor de komende weken

- Je weet waar je PO literatuur over moet gaan

- Je weet waar de schrijfopdracht bij de toets in TW4 over gaat 

- Je kent de uitspraak van vocabulaire C

Le planning:

- Komende 2 weken (t/m 29 mei): online lessen bij chapitre 5, zie

  planning op Its Learning!

- 14 mei: Luistertoets via Woots weging: 15% OV, 5% SE 

- 29 mei: Deadline P.O. Literatuur (Lezen boekje Oscar et la dame en rose - E.E.       Schmitt) zie bronnen Its Learning weging: 15% OV, 5% SE

- 4 juni: weer naar school, contact met je mentor

- 5 juni: Herkansing P3

- 8 t/m 19 juni afsluitende toetsweek, Toets na ch. 5 + voca. ch. 4 weging: 20% OV, 10% SE

- 22 juni: inhaaltoetsen (Frans: boekje 2 Yasmin en Ulviënne)

- 24 juni: Herkansing P4

- 29 juni: Evt. 1 of 2 Resultaatverbetertoetsen bij P3/P4 als je op doubleren staat

PO Literatuur: Deadline vrijdag 29 mei

Lezen: boekje Oscar et la dame en rose (zie bronnen Its Learning)

Je maakt drie Franstalige opdrachten (te kiezen uit 7 verschillende opdr.)

Bijv.: 1. Beschrijf in het Frans het uiterlijk van drie belangrijke personen uit het boek op basis van de in het verhaal verstrekte gegevens

4. Ontwerp een nieuwe omslag voor het boek en schrijf op de achterkant een kort stukje in het Frans zodat iemand zin krijgt om het boek te kopen

EN

Je maakt drie Nederlandstalige opdrachten (te kiezen uit 11 verschillende opdr.)

Bijv.: 11. Schrijf een gedicht n.a.v. het gelezen verhaal.

14. Stel je voor dat jij de schrijver bent, aan welke passage heb je het meeste plezier beleefd en waarom. 

Etc. Kies de opdrachten die het beste bij jou passen. 

Maak er een net verslag van en lever het op tijd in via IL!

Chapitre 5 La médaille d'or 

Toets TW4: Vocabulaire ch. 4 + ch. 5!

Grammaire A, B, C, ch. 5

Schrijfopdr. + leesteksten

Schrijven: Je kunt in het Frans vragen beantwoorden over:

- welke sport je doet                    - met wie/waar/wanneer je traint     - welke kwaliteiten je moet hebben    - waarom sport belangrijk is

- of je vaak wedstrijden hebt     - welke sporter jij bewondert

- welke sport je kijkt je op tv       

- welke sport je nog wel eens wilt uitproberen

Quel sport fais-tu?

Hoe zeg je in het Frans: naar de sportclub gaan

1. aller à le club de sport
2. aller au club de sport
3. aller au fitness
4. aller à la plage.

vertaal: le sport d'équipe

1. de individuele sport
2. de teamsport
3. de paardrijsport
4. de informatie

Maak de volgende zin ontkennend:
'J'aime le sport', schrijf de hele zin op.

fit zijn =

1. être en santé
2. être en forme
3. bon pour la santé
4. avoir faim

Quelle est la forme feminine de:
sportif

1. sportife
2. sportive
3. sportivee
4. sportif

Tu t'entraînes combien de fois par semaine et quels jours? Maak een goede Franse zin.

Zorg dat je de weektaak bijhoudt online!

Deze week: 

maken ex. 25 t/m 28 en lr. vocabulaire C

Start ook met het lezen van het boekje Oscar et la dame en rose (70 blz!)

We sluiten af met de uitspraak van voca. C: