uitscheiding algemeen

1 / 31
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

uitscheiding

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat houdt uitscheiding in?
.. En waarom moet je dit weten voor persoonlijke verzorging?

Slide 4 - Slide

Opdracht
Je helpt een zorgvrager op verschillende manieren
als het gaat om uitscheiding.
Zoek op:
  • Welke orgaansystemen aan uitscheiding doen
  • Wat het "product" is bij het orgaansysteem
Voorbeeldje....
Urinewegen --> urine
timer
10:00

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Verzorging bij menstruatie
Persoonlijke hygiëne

Dagelijks wassen lauwwarm water.

GEEN zeep.

Vervang maandverband/tampon wanneer nodig (regelmatig!)
Eigen hygiene:
Handschoenen

Slide 11 - Slide

Invulformulier
Spijsvertering
timer
7:00

Slide 12 - Slide

Spijsverteringsstelsel

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Welke kleuren ontlasting ken je?

Slide 16 - Mind map

Slide 17 - Slide

Noem verschillende consistenties ontlasting

Slide 18 - Mind map

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Wat is obstipatie?

Slide 21 - Mind map

Slide 22 - Slide

Wat doen ze bij jou op stage tegen obstipatie?

Slide 23 - Mind map

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Wat is sputum?

Slide 28 - Mind map

Slide 29 - Slide

Opdracht 3 Dulon Online
  1. Maak een overzicht van de verschillende soorten ontlasting en de betekenis daarvan. Maak hierbij gebruik van de Bristol Stool Chart. 
  2. Zoek ook uit wat je doet als iemand diarree heeft en wat je doet als iemand obstipatie heeft. Benoem wat je rapporteert in geval van diarree of obstipatie.
  3. Benoem de onderdelen van het urinewegstelsel en verwerk deze in een tekening.
  4. In de casus lees je dat mevrouw last heeft van buikpijn en moeite heeft met haar stoelgang. Dit komt doordat zij te weinig beweging heeft. Leg uit hoe dit tot elkaar in verhouding staat. Schrijf je uitleg op in je eigen woorden (maximaal ½ A4).

Slide 30 - Slide

Hoe vond je deze les?

Slide 31 - Mind map