This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Items in this lesson
Nederlands Spreken 3F
2.1 Aantrekkelijk spreken
2.2 Een duidelijke opbouw
2.3 Beeld gebruiken
Slide 1 - Slide
Waar denk jij aan bij spreken?
Slide 2 - Mind map
Aan het einde van de les/opdracht:
Weet je:
welke aspecten horen bij aantrekkelijk spreken.
Opdrachten Spr(eken) 1 NuNederlands
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
00:15
Is dit een houding om aantrekkelijk te spreken?
A
Ja
B
Misschien
C
Nee
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Ik vind presenteren spannend
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Zoek de verschillen....
Je krijgt nu twee filmpjes te zien van personen die presenteren. Wat zijn verschillen tussen deze twee presentaties?
Schrijf drie verschillen op.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Video
Wat zijn valkuilen bij presenteren?
Slide 11 - Open question
Kun je een creatieve opening bedenken?
Slide 12 - Mind map
Creatieve opening
Citaat
Quiz
Raadsel
Humor
Anekdote
Bedankje
Een vraag aan je publiek
Enzovoorts...
Slide 13 - Slide
Wat is belangrijk aan je houding?
Slide 14 - Mind map
Houding
- Sta met twee benen op de grond. - Je knieën een beetje gebogen en niet op slot. - Je armen langs je lichaam. - Rug recht, schouders naar achteren. - Ogen het publiek in.
Slide 15 - Slide
In een presentatie gebruik je verbale en
non-verbale communicatie
Slide 16 - Slide
Wat is verbale communicatie?
A
Spreken
B
Spreken en luisteren
C
Met handen en voeten praten
D
Afbeeldingen gebruiken
Slide 17 - Quiz
Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Tekens & Symbolen
B
Praten met handen en voeten
C
Lichaamshouding
D
Van je gezicht aflezen
Slide 18 - Quiz
Er mogen geen stiltes vallen tijdens mijn presentatie