This lesson contains 15 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.
Belangrijke stromingen laatste 100 jaar:
- Modernisme
- Structuralisme
- Postmodernisme
- Neotraditionalisme
- Supermodernisme
- Vanaf 1920
- Functioneel
- Form follows function
- Geen decoraties
- Moderne materialen
- Villa Savoye / Le Corbusier
- Reactie op modernisme
- Kleinschalig
- Menselijke maat
- Kleine eenheden
- Geometrische vormen
- De Kasbah / Piet Blom
- Reactie op modernisme
- Uitbundige kleuren
- Vrije vormen / speels
- Vormen uit verleden
- Piazza d'Italia / Charles Moore
- Eind 20e eeuw
- Reactie op modernisme
- Retro: stijlen uit verleden
- Kleinschalig ("dorps")
- "Traditioneel Hollands"
- De Compagnie / Rotterdam
- Vanaf 2000
- Strak en industrieel
- Digitaal ontworpen:
opvallende vormen
- Statement
- CCTV / Rem Koolhaas
- Functie: waarvoor wordt het gebouw gebruikt? Zie je dat terug in ontwerp?
- Vorm: omschrijf wat je ziet.
- Omgeving: past het wel of niet in de omgeving? Wat zegt dat?
- Materiaal: eerst stenen/hout (massief), toen marmer (luxe), toen beton,
staal en glas (nieuwe mogelijkheden en licht/modern).
- Constructie: wat zit erachter / er in?
- Visie: waarom heeft de architect het zo gemaakt? Wat is het idee?