Financieel Rekenen - Interestberekeningen

Interestberekeningen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Interestberekeningen

Slide 1 - Slide

Interestberekeningen
Agenda

Voorkennis 
Sparen/Actueel: bij de bank of in sok
Toepassingsopdrachten
Berekening rentedagen (nodig voor opdracht 4 en 5)
Afsluiting

Slide 2 - Slide

Geef aan wat je weet over interest

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

Actueel

Slide 5 - Slide

Rentekosten
Rente is een periodieke vergoeding voor het lenen van geld. Als je geld leent, moet je het geleende bedrag terugbetalen. Je noemt rente ook wel interest of intrest. Je drukt rente altijd uit in een percentage op jaarbasis.

Slide 6 - Slide

Verschil interestkosten  (=rentekosten)en interestopbrengsten
Bij interestkosten leen je geld, bij interestopbrengsten heb je geld uitgeleend.

Slide 7 - Slide

Toepassingsopdracht 1
Beginbedrag € 26.250,00 
Percentage 5,25%
Periode 3 jaar

Vraag: bereken de interest
26.250,00 x 0,0525 % (5,25/100) x 3 = 4.143,38

Slide 8 - Slide

Toepassingsopdracht 1
b
   17.893
5,25%
3 jaar
c
  29.001
4,75%
7 jaar
d
453.349
5,75%
4 jaar
e
        940
9%
8 jaar
f
890.652
7,5%
5 jaar

Slide 9 - Slide

Toepassingsopdracht 2
In de vorige opgave hebben we gewerkt met hele jaren. De rente kan ook berekend worden over een aantal maanden (bijv. omdat je een opname doet of halverwege het jaar een lening aangaat)


Slide 10 - Slide

Toepassingsopdracht 2
Beginbedrag € 22.250,00
Percentage 5,25%
Periode 3 maanden 


Vraag: bereken de interest
22.250,00 x 0,0525 % (5,25/100) x 3/12 = 292,03

Slide 11 - Slide

Toepassingsopdracht 2
b
   12.893
6,00%
5 maanden
c
    27.001
6,00%
11 maanden
d
443.349
5,75%
7 maanden
e
        640
9%
8 maanden
f
870.652
7,5%
5 maanden

Slide 12 - Slide

Toepassingsopdracht 3
In de vorige opgave hebben we gewerkt met hele jaren/maanden. De rente kan ook berekend worden over een aantal dagen (bijv. omdat je een opname doet of halverwege het jaar een lening aangaat)

Slide 13 - Slide

Toepassingsopdracht 3 
Beginbedrag € 21.250,00
Percentage 5,25%
Periode 111 dagen (we gaan uit van een jaar met 360 dagen)


Vraag: bereken de interest
21.250,00 x 0,0525 % (5,25/100) x 111/360 = 343,98

Slide 14 - Slide

Toepassingsopdracht 3 
b
   32.893
6,00%
23 dagen
c
   45.001
6,00%
23 dagen
d
663.349
5,75%
252 dagen
e
        679
9%
311 dagen
f
717.652
7,5%
222 dagen

Slide 15 - Slide

Wat weten we nu?
Ander woord voor rente is interest
Door welke drie factoren wordt de hoogte van de interest bepaald? => tijd, kapitaal, rentepercentage
We hebben paragraaf 2.1 en 2.2 behandeld

Slide 16 - Slide

Berekening rentedagen
De rente op je rekening berekenen wij op basis van jouw dagelijkse valutaire saldo. Dit is het saldo waarover de bank rente vergoedt of berekent. Daarbij gaan wij uit van het werkelijke aantal dagen in een maand en jaar. In 2020 rekenen wij bijvoorbeeld met 366 dagen omdat het een schrikkeljaar is. 
Een voorbeeld 

Het saldo op een rekening is van 16 t/m 24 mei 2020 € 1,2 miljoen. De rest van de maand is het  saldo lager dan € 1 miljoen. Dit betekent dat je gedurende 9 dagen, over € 200.000, een rente betaalt van -0,5%.
Saldo boven € 1 miljoen van      Aantal dagen              Rentebedrag: 
16 t/m 24 mei 2020                         9                                      (9 / 366) * -0,5% * 200.000 = € 24,59  
/www.rabobank.nl/particulieren/betalen/rente/

Slide 17 - Slide

Einde van de les 
Bedankt voor je inzet!
Volgende les ' live ' verder
Huiswerk opdracht 4,5,6,7
Staat ook in Teams
Volgende week:
- berekenen van interestpercentage
kapitaal en looptijd
- samengestelde rente

Slide 18 - Slide