Hier zie je allemaal verschillende soorten zoogdieren.
Kun je nu nog meer namen van zoogdieren opschrijven?
Slide 12 - Slide
Schrijf zoveel mogelijk zoogdieren op die je kent.
Slide 13 - Open question
Filmpje staat op de volgende pagina.
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Filmpje staat op de volgende pagina.
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Kijk naar het plaatje. Welke amfibieen en reptielen zie je? Schrijf het op bij de volgende vraag. Kijk goed!
Slide 18 - Slide
Reptielen en amfibieën
Slide 19 - Mind map
Filmpje staat op de volgende pagina.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Welk dier is geen vis?
A
Orka
B
Goudvis
C
Zalm
D
Karper
Slide 22 - Quiz
Waarom is de orka geen vis? Je mag het opzoeken op internet.
Slide 23 - Open question
Als laatste hebben we nog de vogels.
Slide 24 - Slide
Welke vogels ken je?
Slide 25 - Mind map
Filmpje staat op de volgende pagina.
Voorafgaand wat vragen: wat is het verschil tussen warmbloedig en koudbloedig? Hoe zorgt een vogel ervoor dat hij het niet koud krijgt? Hoe blijven de voeten warm? Daarna kun je het filmpje kijken, twee pagina's verder.
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Video
Slide 28 - Video
ALGEMENE DIERENQUIZ
Wat weet je allemaal over dieren?
Kies het juiste antwoord.
Als aanvulling staat er ook nog een werkboekje op Sharepoint wat je ook nog in kan zetten bij deze lessen ter afwisseling. Dit werkboekje (of een gedeelte ervan) kun je zelf printen als je daar behoefte aan hebt.
Slide 29 - Slide
Hoeveel poten heeft een insect?
A
8
B
4
C
2
D
6
Slide 30 - Quiz
Hoe noemen we een groep vissen?
A
een kudde
B
een club
C
een school
D
een klas
Slide 31 - Quiz
Wat is bij de hond het beste ontwikkeld? (beste zintuig)
A
De ogen
B
De neus
C
De maag
D
De oren
Slide 32 - Quiz
Wat is er zo bijzonder aan wormen?
A
Ze kunnen eerst een man zijn en daarna een vrouw.
B
Ze zijn een man en een vrouw tegelijk.
C
Ze kunnen meer dan 100 jaar oud worden.
D
Er is niks bijzonders aan een worm.
Slide 33 - Quiz
In welke volgorde krijg je een vlinder?
A
Pop, ei, rups, vlinder
B
Ei, pop, vlinder
C
Ei, rups, pop, vlinder
D
Ei, pop, rups, vlinder
Slide 34 - Quiz
Wat is het snelste dier van de hele wereld?
A
Een jachtluipaard (cheeta)
B
Een paard
C
Een leeuw
D
Een haas
Slide 35 - Quiz
Wat eten reuzenpanda's het meest?
A
Bamboe
B
Appels
C
Gras
D
Andere dieren
Slide 36 - Quiz
Welke kleur heeft de tong van een giraffe?
A
Geel
B
Oranje
C
Bruin
D
Blauw
Slide 37 - Quiz
Opdracht
Je gaat zelf kaartjes maken over dieren.
Op de volgende pagina staat wat je precies moet doen.
Je gaat de opdracht in tweetallen maken.
Verdeel de taken goed.
Slide 38 - Slide
Wat ga je doen:
- Maak tweetallen
- Pak een A4-blaadje (mag ook gekleurd zijn)
- Vouw en knip het blaadje in 4 even grote delen.
- Kies samen een dier uit.
En nu:
- Op de voorkant van je blaadje teken je het dier.
- Op de achterkant van het blaadje schrijf je informatie op over het dier*. Schrijf duidelijk!
- Maak het kaartje mooi (kleur het dier in, enzovoorts).
- Doe hetzelfde met een nieuw kaartje.
Slide 39 - Slide
Wat schrijf je op het kaartje?
Naam van het dier
Woonplaats (werelddeel/werelddelen) van het dier
Categorie (is het een zoogdier, reptiel, vis, ...?)
Warmbloedig/koudbloedig
2 kenmerken naar keuze (bijvoorbeeld over hoe het dier eruit ziet of wat het dier eet, ...)
Slide 40 - Slide
Voorbeeld
Op de voorkant teken ik de aap. Op de achterkant schrijf ik:
Chimpansee
Leeft in West- tot Oost Afrika
Zoogdier
Warmbloedig
2 kenmerken: Hij heeft een vacht en kan wel 40 jaar oud worden.