Meervoud

Meervoud
Nederlands

1 / 50
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Meervoud
Nederlands

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Meervoud van
panda
A
pandaas
B
pandas
C
panda's
D
pandaa's

Slide 4 - Quiz

Meervoud van
ski
A
skies
B
ski's
C
skiën
D
skis

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Meervoud van
knie
A
knieën
B
kniën

Slide 9 - Quiz

Meervoud van
chemicalie
A
chemicaliën
B
chemicalieën

Slide 10 - Quiz

Meervoud van
kolonie
A
koloniën
B
kolonieën

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Welke meervoudsregel hoort erbij?



alinea
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s
D
geen meervoud

Slide 14 - Quiz

Welke meervoudsregel hoort erbij?



reparatie
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -ën
D
Geen meervoud

Slide 15 - Quiz

Welke meervoudsregel hoort erbij?



aardbei
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s
D
Geen meervoud

Slide 16 - Quiz

Welke meervoudsregel hoort erbij?



zebra
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s

Slide 17 - Quiz

Welke meervoudsregel hoort erbij?



asperge
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s

Slide 18 - Quiz

Welke meervoudsregel hoort erbij?



bikini
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s

Slide 19 - Quiz

Meervoud van
luiwammes
A
luiwammessen
B
luiwammesen
C
luiwammici
D
heeft geen meervoud

Slide 20 - Quiz

Meervoud van
bureau
A
bureau's
B
bureaus

Slide 21 - Quiz

Meervoud van
porie
A
poriën
B
porieën

Slide 22 - Quiz

Meervoud van
café
A
cafés
B
café's

Slide 23 - Quiz

Meervoud van
kolonie
A
kolonies
B
koloniëen
C
koloniën

Slide 24 - Quiz

Meervoud van
SLIMMERIK
A
slimmerikken
B
slimeriken
C
slimerikken
D
slimmeriken

Slide 25 - Quiz

Meervoud van
epidemie?
A
epidemieën
B
epidemiën

Slide 26 - Quiz

Meervoud van
viezerik

A
viezeriks
B
viezeriken
C
viezerikken

Slide 27 - Quiz

Meervoud van
theorie
A
theories
B
theoriën
C
theorieën

Slide 28 - Quiz

Meervoud van
laptop
A
laptops
B
laptoppen
C
laptop's
D
lapti

Slide 29 - Quiz

Meervoud van
kanarie
A
kanarie's
B
kanariën
C
kanarieën
D
kanaries

Slide 30 - Quiz

Meervoud van

karnemelk
A
geen meervoud
B
karnemelken

Slide 31 - Quiz

Meervoud van
slee
A
sleeën
B
sleën

Slide 32 - Quiz

Meervoud van
cowboy
A
cowboys
B
cowboy's

Slide 33 - Quiz

Meervoud van
perzik
A
perziken
B
perzikken

Slide 34 - Quiz

Meervoud van
cadeau
A
cadeaus
B
cadeau's

Slide 35 - Quiz

Meervoud van
fles
A
flesen
B
fle's
C
fleessen
D
flessen

Slide 36 - Quiz

Welk woord heeft geen meervoud?
A
Vee
B
Rijst
C
Rommel
D
Al deze woorden hebben geen meervoud

Slide 37 - Quiz

Meervoud van
datum
A
data
B
datums
C
data's
D
Heeft geen meervoud

Slide 38 - Quiz

Meervoud van
knie
A
Knieën
B
Kniën
C
Knieeën

Slide 39 - Quiz

Meervoud van
rugtas
A
Rugtas
B
Rugtasen
C
Rugtassen
D
Rugtaassen

Slide 40 - Quiz

Meervoud van
etui
A
etuis
B
etui 's

Slide 41 - Quiz

Meervoud van
bacterie
A
bacteries
B
bacteriën
C
bacterieën
D
bacterien

Slide 42 - Quiz

Meervoud van
paragraaf
A
paragraven
B
paragrafen

Slide 43 - Quiz

Meervoud van
cavia
A
cavia's
B
caviaas
C
cavias

Slide 44 - Quiz

Meervoud van
wc
A
wcen
B
wcs
C
wccen
D
wc's

Slide 45 - Quiz

Meervoud van
handvat
A
handvatten
B
handvaten
C
handvaaten
D
handvats

Slide 46 - Quiz

Meervoud van
pyjama
A
pjama's
B
pyjamas
C
pyjama's

Slide 47 - Quiz

Meervoud van
folie
A
folies
B
folieën
C
foliën
D
fola

Slide 48 - Quiz

meervoud
Wat is fout?
A
cadeaus
B
douches
C
theoriën
D
sauzen

Slide 49 - Quiz

Meervoud van
melodie
A
melodiën
B
melodieën

Slide 50 - Quiz