Quiz Eco H3
1 / 26
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
De consument levert kapitaal daar ontvangt hij voor...
A
Loon
B
Pacht
C
Rente
D
Winst
Slide 3 - Quiz
Welk inkomen laat de Y in de economische kringloop zien?
A
Nationaal inkomen
B
Spaargeld
C
Uitgaven
D
Investeringen
Slide 4 - Quiz
In de economische kringloop staat het symbool Y voor de:
A
Import
B
Inkomen
C
Sparen
D
Investeringen
Slide 5 - Quiz
Wat betekent "zwart werk"?
A
Onbetaalde productie zoals vrijwilligerswerk
B
Onbetaalde productie in de huishouding
C
Betaald werk waarover geen belastingen en sociale premies worden betaald
Slide 6 - Quiz
In de economische kringloop staat het symbool I voor de:
A
Import
B
Inkomen
C
Sparen
D
Investeringen
Slide 7 - Quiz
In de economische kringloop geven
gezinnen geld uit aan:
gezinnen geld uit aan:
A
Consumptie, belasting en investeren
B
Consumptie en belasting
C
Consumptie en sparen
D
Consumptie, export en import
Slide 8 - Quiz
De consument levert natuur daar ontvangt hij voor...
A
Loon
B
Pacht
C
Rente
D
Winst
Slide 9 - Quiz
De Producent levert diensten daarvoor ontvangt hij van de consument
A
Geld
B
Goed
C
Rente
D
Middelen
Slide 10 - Quiz
Wat levert de consumptiehuishouding?
A
Kapitaal, Arbeid , Natuur, Ondernemerschap
B
Loon, Rente, Pacht, Winst
Slide 11 - Quiz
Wat is de tertiaire sector?
A
De sector die grondstoffen uit de natuur haalt
B
De sector die goederen produceert
C
De sector die zich bezig houdt met niet-commerciële dienstverlening
D
De sector die winst willen maken met de verkoop
Slide 12 - Quiz
De primaire sector is
A
Landbouw, visserij en mijnbouw
B
Industrie
C
Commerciële dienstverlening
D
Niet-commerciele dienstverlening
Slide 13 - Quiz
Wat is de primaire sector?
A
De sector die grondstoffen uit de natuur haalt
B
De sector die diensten verleent
C
De sector die goederen produceert
D
De sector die informatie verwerkt
Slide 14 - Quiz
Hoe verloopt de geldstroom
in de economische kringloop?
in de economische kringloop?
A
Allen van producent naar consument
B
Alleen van consument naar producent
C
Van producent naar consument & van consument naar producent
D
Alle antwoorden zijn fout
Slide 15 - Quiz
Wat is de secundaire sector?
A
Industrie
B
Diensten
C
Landbouw
D
Commerciële dienstverlening
Slide 16 - Quiz
Wat betekent het begrip de secundaire sector?
A
Bedrijven die grondstoffen uit de natuur halen.
B
Bedrijven die van grondstoffen producten maken.
C
Bedrijven die diensten verlenen.
D
Bedrijven die internet leveren.
Slide 17 - Quiz
Wat is een planeconomie?
A
De overheid bepaalt wat en hoeveel bedrijven produceren
B
Bedrijven bepalen zelf wat er geproduceerd wordt
C
Hulpmiddelen die je nodig hebt om te produceren
D
Economie die gepland wordt
Slide 18 - Quiz
Wat is een planeconomie?
A
De overheid bepaalt wat bedrijven produceren
B
Bedrijven bepalen zelf wat er geproduceerd wordt
C
Hulpmiddelen die je nodig hebt om te produceren
D
Een planeconomie heeft nooit bestaan
Slide 19 - Quiz
Je leent € 250.000 bij een bank om een huis te kopen. Op jaarbasis betaal je 3,65% rente. Hoeveel rente betaal je per maand?
Slide 20 - Mind map
Wat is een vrijemarkteconomie?
A
Economie waarin vraag en aanbod bepalen welke producten worden geproduceerd en waarin de overheid geen rol speelt
B
Economie waarin er meer wordt geproduceerd voor later waarin de overheid een grote rol heeft.
C
Economie waarin vraag en aanbod bepalen welke producten worden geproduceerd en waarin de overheid een grote rol speelt.
D
Economie waarin er meer wordt geproduceerd voor later waarin de overheid geen rol heeft.
Slide 21 - Quiz
Wat is GEEN voorbeeld
van quartaire sector
van quartaire sector
A
Onderwijs
B
Defensie
C
Horeca
D
Gezondheidszorg
Slide 22 - Quiz
De Quartaire sector is
A
Landbouw, visserij en mijnbouw
B
Industrie
C
Commerciële dienstverlening
D
Niet-commerciele dienstverlening
Slide 23 - Quiz
Wat vond je van
de economie-lessen?
de economie-lessen?
Slide 24 - Mind map
Wat vond je leuk
aan de economie-lessen?
aan de economie-lessen?
