Maak gebruik van de woordenlijst "werkwoorden en hun betekenis" Welke welkwoorden ontbreken? saltar = springen, navegar = navigeren, llamar = bellen, oír = horen
Slide 9 - Slide
Wat ik nog moeilijk vind is...
Wat ik vandaag heb geleerd is...
Wat ik al goed kan is...
Wat ik met de lesstof kan doen is...
Mijn leerdoel van deze les was...
Slide 10 - Mind map
¿Qué tal la clase?
A
muy bien
B
bien
C
regular
D
mal
Slide 11 - Quiz
Fin de la clase...
* ¿Qué salió bien?
* ¿Qué puede mejorar?
* ¿Próxima clase?
¿Qué? Repaso
¿Preparar? Leren woordenschat en grammatica van tarea 1, 2, 3