SchaalgetalEen schaalgetal bestaat uit cijfers, bijvoorbeeld; 1:1.200.000. Dit betekent dat alles op de kaart in het echt 1.200.000 keer zo groot is.
Zo werk je met een schaalgetal:
1. Maak van het schaalgetal kilometers. Dat doe je door VIJF nullen weg te strepen, dus: 1.200.000 min 5 nullen = 12 km.
2. Meet nu met je liniaal de afstand in cm op de kaart.
3. Doe het aantal centimeters dat je hebt gemeten keer het aantal kilomters. Bijvoorbeeld: 5 cm op de kaart = 5 x 12 = 60 km in werkelijkheid.