NT2 15 februari

• Alfabetisering NT2
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1,3

Wat gaan we vandaag doen?

• Hoe gaat het? Hoe was de vakantie?  
• Dictee + nakijken/bespreken.
• Herhaling tot 10:40 (12:00)
• Disk tot 11:20 (12:40)
• Huiswerk + afsluiting les 11:20 (12:45) 

Dictee

• Pak je pen.
• 5 zinnen
• Ik lees de zin eerst één keer helemaal.
• Daarna in stukjes.
• Dan nog één keer helemaal.
• Luister goed. 
• Niet praten!

Tegenstelling?

Wat was dat ook alweer?

Voorbeeld?

Disk groep 1

Moustafa> taak 1+3 bellen en mailen verbeteren. taak 4 eten maken, luister en lees mee thema film

Uygar> thema 4 wonen bronnen maken.

Saron> taak 1 + 3 van bellen en mailen. taak 5 van wonen.

Disk groep 2

Danait > taak 5 thema 3, taak 5 bij thema 4 luister & lees mee thema film + taak 2 thema film.

Isus > Toets thema wonen, taak 4 bij  thema eten. 

Paulos > thema verliefd toets (in vakantie) en luister en lees mee

Yonas>  taak 2 technologie + toets technologie

Sabrin> Wat gaat er steeds mis met de toets? Nu> luister & lees mee + taak 1 en 3 verbeteren thema 3 

Yosef> taak 4 van thema eten, taak 2 van thema film. L&L bij thema verliefd.

Disk groep 3

Omaiah> taak 2 film, Technologie af (ook taak 2 en 5)

Nabila> taak 5 thema 3 verbeteren, toets maken, beginnen thema 4.

Rahaf> Toets maken thema Ruzie, verder met technologie.

Mustafa> plan? Anders Vriendschap afmaken, ook taak 2

Disk groep 4

Fatima> Taak 1 bij film, taak 2 bij ruzie, taak 2 bij technologie, taak 2 bij uiterlijk,

Mukim> thema eten afmaken, ook taak 4 + toets

Abdi > Luister en lees mee + toets ruzie

Rahwa > Luister en lees mee + toets ruzie

Afsluiting

• Blijf thuis werken in Disk, maak toetsen. (ik kijk !)
• Leer de woordjes. (maak tegenstellingen)6+69
• Je hoort nog wanneer je volgende week les hebt.
•  Tot volgende week!

Spel

Kies een kleur

Je krijgt een stapel vragen: leg deze omgedraaid op je tafel.

Vraag voor jezelf > kies iemand die aan jou de vraag stelt.

Vraag voor een ander > je stelt de vraag aan iemand anders.

Je mag kiezen> vraag voor jou of voor een ander?

Antwoord goed = één stap vooruit.

https: