Eindexamen

Eindexamen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Eindexamen

Slide 1 - Slide

Eerste de tekst lezen of de opgave?
Tekst
Opgave

Slide 2 - Poll

Hoeveel procent van de woorden in een tekst moet je kennen om de tekst te begrijpen?

Slide 3 - Mind map

Woordkennis is bepalend voor tekstbegrip. Om een tekst goed te kunnen begrijpen, blijken leerlingen minimaal 85 procent van het totaal aantal verschillende woorden uit de tekst te moeten kennen. Sommigen gaan echter uit van een percentage bekende woorden van 90 procent. Met een tekstdekking lager dan 75 procent herkent men zelfs de hoofdzaken uit een tekst niet.

(Bron: Universiteit Utrecht)

Slide 4 - Slide

Maar...
Ook met een beperkte woordenschat kun je een voldoende halen.
Als je maar strategisch werkt!

Slide 5 - Slide

Hoe lang doen leerlingen gemiddeld over een vraag in het Engels examen?
30 sec
2 min

Slide 6 - Poll

Woord opzoeken in woordenboek kost gemiddeld ongeveer?
30 sec
2 min

Slide 7 - Poll

Zoek op en geef vertaling:
lecherous
timer
2:00

Slide 8 - Open question

Lecherous = ontuchtig.
Wat is ontuchtig?
Breng NL-NL woordenboek mee!

de regels (en wetten) van de (seksuele) moraal niet in acht nemend 

Slide 9 - Slide

Zoek op en geef vertaling:
tousle
timer
2:00

Slide 10 - Open question

Zoek op en geef vertaling:
esthetics
timer
2:00

Slide 11 - Open question

Esthetic = Aesthetic 
Woordenbook verwijst je door!

Slide 12 - Slide

Zoek op en geef vertaling:
fumble around
timer
2:00

Slide 13 - Open question

Let op
Opzoeken kost dus veel tijd!
Zoek echt alleen de woorden op die belangrijk zijn om de vraag te kunnen beantwoorden!

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Inhoud
1. De grote lijn
2. Multiple choice
3. Gatenteksten

Slide 16 - Slide

De grote lijn
Signaalwoorden leren en herkennen = cruciaal!
Markeer signaalwoorden in tekst
Antwoord staat vaak rondom signaalwoord

Slide 17 - Slide

gevolg/conclusie
voorwaarde
reden/oorzaak
uitbreiding
tegenstelling
vergelijking/voorbeeld
however
moreover
unless
therefore
likewise
since

Slide 18 - Drag question

De grote lijn
ook met beperkte woordenschat is 6 haalbaar
werk systematisch (via stappenplan)
eerst de vraag, dan de tekst!

Slide 19 - Slide

Multiple choice vragen
  • Twee antwoorden meteen wegstrepen
  •  Antwoord half goed = fout
  • Het goede antwoord is het antwoord waarin met synoniemen wordt herhaald wat er in het belangrijkste deel van de tekst staat
  • Bij twijfel: welk antwoord past bij de grote lijn?
  • antwoorden met always, never ... etc. bijna altijd fout!
  • Let op : en signaalwoorden: hierna vaak het juiste antwoord!

Slide 20 - Slide

Gatentekst
  • Signaalwoorden? Ken de functie! (vertaling niet noodzakelijk)
  • Inhoudelijk? Ken vertaling!
  • Lees de zin ervoor en erna!
  • Let op: positief/negatief. 
  • A. Groot.  B. koud.  C. Klein.  D. Leuk --> Gok A of C

Slide 21 - Slide

Hoe beantwoord je (over het algemeen) een open vraag?

Slide 22 - Open question