Methoden van onderzoek

Methoden van onderzoek
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Methoden van onderzoek

Slide 1 - Slide

Beoordeel de juistheid van onderstaande stellingen:
A
Stelling I is correct, stelling II is incorrect
B
Beide stellingen zijn incorrect
C
Stelling II is correct, stelling I is incorrect

Slide 2 - Quiz

Welke stap in het proces van onderzoek doen komt na het doen van literatuuronderzoek?
A
Specificeren van een onderzoeksdoel
B
Verzamelen van de data
C
Rapporteren en evalueren van het onderzoek

Slide 3 - Quiz

Beoordeel de onderstaande twee stellingen:
A
Stelling I is correct, stelling II is incorrect
B
Stelling II is correct, stelling I is incorrect
C
Beide stellingen zijn incorrect

Slide 4 - Quiz

Welke van onderstaande alternatieven is géén overeenkomst tussen kwantitatief en kwalitatief onderzoek?
A
In beide methodes worden relaties tussen variabelen onderzocht.
B
In beide methodes kan gebruik worden gemaakt van interviews en surveys.
C
In beide methodes wordt een onderzoeksvraag geformuleerd en wordt er verantwoording voor het onderzoeksprobleem gegeven.

Slide 5 - Quiz

Wat is een goed voorbeeld van een correcte kwantitatieve onderzoeksvraag?
A
Hoe kunnen docenten in het middelbaar beroepsonderwijs het beste gebruik maken van formatieve evaluatie?
B
Wat is het effect van latere school starttijden op de studieresultaten van middelbare scholieren?
C
Wat is de relatie tussen leerstijlen van docenten en motivatie van studenten?

Slide 6 - Quiz

Welke van de volgende elementen maakt géén deel uit van de probleemschets?
A
Hypotheses passend bij de onderzoeksvraag
B
De narrative hook
C
Tekortkomingen in de huidige status van wetenschappelijke kennis

Slide 7 - Quiz

Welk element uit een probleemschets omvat onderstaande zin?

“In het eerste jaar van het HBO vindt meer studie-uitval plaats dan het eerste jaar van het MBO en de universiteit.”
A
De narrative hook
B
Het onderzoeksprobleem
C
Het onderzoeksonderwerp

Slide 8 - Quiz

Bekijk onderstaande probleemschets en beoordeel de juistheid van de stellingen.
A
Stelling II is correct, stelling I is incorrect
B
Stelling I is correct, stelling II is incorrect
C
Beide stellingen zijn correct

Slide 9 - Quiz

Bekijk onderstaande probleemschets

Welk element mist in de getoonde probleemschets?
A

Slide 10 - Quiz