What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
EXAMENVRAGEN herzien 23
EXAMEN ZORG EN WELZIJN
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1-4
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
EXAMEN ZORG EN WELZIJN
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen
Voorbereiding praktijk
Voorbereiding theorie
Slide 2 - Slide
Welke persoonlijke voorbereiding tref je voordat je gaat koken
Slide 3 - Open question
Wat heb je niet nodig tijdens het koken
A
telefoon
B
bestek
C
maatbeker
D
weegschaal
Slide 4 - Quiz
Welk wasmiddel gebruik je om dit wasgoed te wassen
A
wolwasmiddel
B
witwasmiddel
C
fijnwasmiddel
D
bontwasmiddel
Slide 5 - Quiz
Welke producten zijn schoonmaakmaterialen?
meerdere antwoorden goed.
A
microvezeldoekje
B
allesreiniger
C
zeem
D
stofzuiger
Slide 6 - Quiz
Welk soort schoonmaakmiddel zorgt ervoor dat de meeste micro-organismen doodgaan?
A
reinigingsmiddel
B
onderhoudsmiddel
C
desinfecteermiddel
D
oplosmiddel
Slide 7 - Quiz
Bekijk de afbeelding.
Welk schoonmaakmateriaal is dit?
A
luiwagen
B
bezem
C
dweil
D
vloerwisser
Slide 8 - Quiz
Bekijk de afbeelding. Je ziet een etiket van een kledingstuk.
Op hoeveel graden moet dit kledingstuk gewassen worden?
A
40 graden
B
60 graden
C
30 gragen
D
50 graden
Slide 9 - Quiz
Wat betekent dit pictogram?
A
strijken
B
bleken
C
drogen
D
wassen
Slide 10 - Quiz
Wat betekent dit pictogram?
A
föhnen
B
strijken
C
drogen
D
bleken
Slide 11 - Quiz
Wat voor soort verbranding zie je op de afbeelding
A
eerste graads
B
tweede graads
C
snijwond
D
scheurwond
Slide 12 - Quiz
Bekijk de afbeelding.
Wat betekent dit gevaarsymbool?
A
Product kan mogelijk kankerverwekkend zijn
B
Product kan exploderen
C
Kan door inademen ernstig gevaar opleveren en dodelijk zijn.
D
Product kan gemakkelijk vlam vatten
Slide 13 - Quiz
Welke voedingsmiddelen staan er in de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum?
Let op! Meerdere antwoorden zijn juist.
A
aardappels
B
kipfilet
C
olijven
D
bruine bonen
Slide 14 - Quiz
Welk voedingsmiddel staat er in niet de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum?
A
beschuit
B
roggebrood
C
volkoren brood
D
zilvervliesrijst
Slide 15 - Quiz
Wat betekent ADL?
A
algemene dagelijkse levenshandelingen
B
algemene dagelijkse levensverwachtingen
C
algemene dagelijkse levensverrichtingen
D
algemene dagelijkse levensinvullingen
Slide 16 - Quiz
Nederland heeft een multiculturele samenleving.
Wat betekent dat?
A
Dat er mensen met verschillende opvattingen wonen in Nederland.
B
Dat er mensen uit verschillende culturen wonen in Nederland.
C
Dat er mensen van verschillende leeftijden wonen in Nederland.
D
Dat er mensen van verschillende geslachten wonen in Nederland.
Slide 17 - Quiz
Hoe noem je een persoon die in Nederland geboren is en ook van Nederlandse oorsprong is?
A
allochtoon
B
emigrant
C
autochtoon
D
immigrant
Slide 18 - Quiz
Waarvan is dit een voorbeeld?
A
grove bewegingen
B
grove motoriek
C
fijne beweging
D
kleine motoriek
Slide 19 - Quiz
Met wat voor soort problemen kun je terecht bij de Stichting Anorexia en Boulimia Nervosa?
A
problemen met je zenuwen
B
problemen met je partner
C
problemen met je immuunsysteem
D
problemen met je eetgedrag
Slide 20 - Quiz
Wanneer zijn meisjes geslachtsrijp?
A
als ze menstrueren
B
als de borsten beginnen te groeien
C
als ze tiener worden
D
als ze 12 jaar zijn
Slide 21 - Quiz
Wat wordt bedoeld met testosteron?
A
een medicijn
B
een hormoon
C
een voorbehoedmiddel
D
een aandoening
Slide 22 - Quiz
Lees de volgende omschrijving:
'Een dieet waarbij de hoeveelheid zout beperkt is.'
Welk begrip hoort bij deze omschrijving?
A
Energiebeperkt dieet
B
Calciumbeperkt dieet
C
Eiwitbeperkt dieet
D
Natriumbeperkt dieet
Slide 23 - Quiz
Welk punt is één van de basisregels van EHBO?
A
Koel het slachtoffer door koud water op zijn gezicht te deppen.
B
Verwijder kleding en sieraden van het slachtoffer.
C
Stel het slachtoffer gerust.
D
Blijf het slachtoffer aanspreken totdat hij bij bewustzijn komt.
Slide 24 - Quiz
Voor een activiteit moet je voor 36 personen koffiezetten.
Er gaan 6 kopjes uit 1 liter.
Hoeveel liter koffie moet je zetten om elke persoon 1 kopje koffie aan te bieden?
A
5 liter
B
6 liter
C
7 liter
D
8 liter
Slide 25 - Quiz
Welke drug veroorzaakt hallucinaties?
A
Cocaïne
B
GHB
C
Hasj
D
Paddo's
Slide 26 - Quiz
Berend heeft de beperking dat hij zijn benen niet onder controle heeft.
Wat voor soort beperking is dit?
A
een visuele beperking
B
een verstandelijke beperking
C
een auditieve beperking
D
een lichamelijk beperking
Slide 27 - Quiz
Met welke stof ben je voorzichtig als je een verhoogde bloeddruk hebt?
A
peper
B
vet
C
zout
D
suiker
Slide 28 - Quiz
More lessons like this
EXAMENVRAGEN
March 2023
- Lesson with
32 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1-4
EXAMENVRAGEN
January 2023
- Lesson with
46 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1-4
EXAMENVRAGEN
April 2023
- Lesson with
27 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1-4
EXAMENVRAGEN
March 2023
- Lesson with
36 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1-4
Oefenvragen Voeding Les 2
September 2021
- Lesson with
30 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
Oefenvragen Voeding Les 2
June 2020
- Lesson with
33 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
Les 2: Voeding 2021
June 2021
- Lesson with
35 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
Starttaal vooraf - thema 2 - startles
October 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3