Wat moeten we nu echt weten?
Hoe hoger je komt, hoe ... (warmer / kouder) het wordt.
Per 1000 meter hoogte wordt het .... graden.... (kouder/warmer)
Wij hebben twee soorten neerslag geleerd, namelijk 1 stijgingsneerslag en 2.......
Beide soorten neerslag ontstaan doordat het water door de warmte van de zon .....
.... neerslag komt in Nederland bijna niet voor, omdat wij geen bergen hebben.
Het water op aarde bevindt zich in een ..... die bestaat uit 5 stappen.
Stap 1: door de .... verdampt het water in de zee.
Stap 2: hoog in de lucht .... (koelt / warmt) de waterdamp (af/ op) en deze condenseert. Er ontstaat een ....
Stap 3: de wolk wordt door de .... naar het land geblazen.
Stap 4: boven het land zit de wolk zo vol druppels dat het gaat ....
Stap 5: de gevallen neerslag stroom via de grond en de .... terug naar zee.