7 Is het niet dit, dat u uw brood deelt met wie hongerlijdt,
en de ellendige ontheemden een thuis biedt,
dat, als u een naakte ziet, u hem kleedt,
en dat u zich voor eigen vlees en bloed niet verbergt?
Jesaja 58
Slide 10 - Slide
LESPROGRAMMA
Wat weet jij nog?
Aan de slag met § 1.2
opdracht 9c
Volgende les
9 Wanneer u nu de oogst van uw land binnenhaalt, mag u de rand van uw akker niet helemaal afmaaien, en wat van uw oogst is blijven liggen, mag u niet oprapen.
Leviticus 19
Slide 11 - Slide
LESPROGRAMMA
Wat weet jij nog?
Aan de slag met § 1.2
opdracht 9d + e
Volgende les
10 U moet hem overvloedig geven, en laat uw hart niet verdrietig zijn als u hem geeft. Want vanwege deze zaak zal de HEERE, uw God, u zegenen in al uw werk en in alles wat u ter hand neemt.
11. Daarom gebied ik u: U moet uw hand wijd opendoen voor uw broeder, de onderdrukte en de arme in uw land.