Week 5: Casus oefentoets

Module B2 -Casus oefentoets
Periode 4, week 5
1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Module B2 -Casus oefentoets
Periode 4, week 5

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
De student kan op basis van de casus beoordelen of het plaatsen van een perifeer infuus geïndiceerd is en mogelijke contra-indicaties benoemen.

De student kan op basis van de casus de juiste materialen en hulpmiddelen selecteren en aangeven welke voorbereidingsstappen nodig zijn, zoals hygiënemaatregelen en patiëntinstructie.
De student kan complicaties zoals infiltratie of phlebitis herkennen in een beschreven situatie en passende acties ondernemen om deze te behandelen of te voorkomen.
De student kan in een casus beschrijven hoe de werking van het infuus gecontroleerd moet worden en wat gedaan moet worden bij problemen zoals verstopping of lekkage.
De student kan in de casus aangeven hoe zij de zorgvrager geruststellen, informeren en betrekken bij de handeling.
De student kan na het verwijderen van een perifeer infuus de juiste nazorg en beoordeling uitvoeren, zoals het controleren van de insteekplaats en het informeren van de zorgvrager over verdere instructies.
De student kan in de casus reflecteren op het eigen handelen en aangeven wat goed ging en wat verbeterd kan worden in de uitvoering en communicatie. 





Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Check-in, hoe zit je er bij vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

This item has no instructions

Lesinhoud 
Casus oefentoetsen ter voorbereiding op de toets 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Casus
30 minuten
Casus zelfstandig uitwerken!
Oefenen voor toets  

Slide 5 - Slide

Inhoud: 
Deel casus 1 en 2 willekeuring uit zodat iedereen een andere casus heeft. Leg dit uit aan de studenten.

Casus 1: 
Je werkt als verpleegkundige in een groot ziekenhuis op de afdeling interne geneeskunde. Vandaag ben je ingeroosterd voor de zorg van een oudere man, de heer Janssen, een 72-jarige zorgvrager die onlangs is opgenomen vanwege een longontsteking. De heer Janssen heeft een voorgeschiedenis van hoge bloeddruk en diabetes type 2. Hij is in het ziekenhuis opgenomen voor antibiotische behandeling en vochttoediening via een infuus. Bij binnenkomst op de afdeling merkte je dat hij veel angstiger leek dan normaal, hij had moeite met de interactie en leek nerveus. Nadat je zijn gegevens hebt gecontroleerd, ontdek je dat hij eerder in zijn leven slechte ervaringen heeft gehad met medische procedures, vooral met het inbrengen van een infuus. De heer Janssen heeft vaak aangegeven dat hij angst heeft voor naalden en medische handelingen die daar mee te maken hebben.

Je hebt de opdracht gekregen om een perifeer infuus in te brengen in de rechteronderarm van de heer Janssen, zodat de toediening van antibiotica kan worden voortgezet. De zorgvrager heeft duidelijk laten merken dat hij bang is voor de procedure. Je merkt dat hij tijdens het gesprek over het infuus zichtbaar gespannen is en zijn ademhaling versnelt. Hij stelt veel vragen, maar zijn handen trillen een beetje. Je hebt al het benodigde materiaal klaargelegd en de infuuslocatie in de onderarm is gekozen, maar je merkt dat hij steeds nerveuzer wordt zodra het gesprek over de procedure gaat.

Casus 2: 
Je werkt als verpleegkundige op de afdeling chirurgie van een ziekenhuis. Vandaag is de heer de Vries, een 58-jarige man, opgenomen voor een geplande knieoperatie. De heer de Vries heeft een voorgeschiedenis van artrose in zijn knieën en is daardoor al enige tijd beperkt in zijn mobiliteit. De operatie is nodig om zijn pijn te verlichten en zijn mobiliteit te verbeteren.

Je hebt de zorg voor de heer de Vries gekregen en hebt een perifeer infuus ingebracht in zijn rechterhand om de toediening van vocht en medicatie te kunnen verzorgen voor de operatie en de herstelperiode. De procedure is soepel verlopen en je hebt het infuus goed geïnstalleerd.

Een paar uur na de plaatsing van het infuus merk je echter dat de insteekplaats van het infuus begint op te zwellen. De heer de Vries klaagt over een doffe pijn in zijn arm en de huid rond de insteekplaats is rood en strak. Je besluit het infuus opnieuw te onderzoeken. Bij inspectie zie je dat de vloeistof zich buiten de ader heeft verspreid, wat wijst op infiltratie. Dit betekent dat het infuus niet goed in de ader zit en de infusievloeistof zich in het omliggende weefsel heeft verspreid.

Je moet nu snel handelen, maar je weet dat de situatie zorgvuldig moet worden aangepakt. De heer de Vries is bezorgd en vraagt zich af wat er aan de hand is. Je moet de juiste acties ondernemen om de infiltratie te verhelpen en tegelijkertijd goed communiceren met de zorgvrager over wat er is gebeurd.

Waarvoor staat de wet-BIG
A
Boeren, Infiltratie, Gemeenschap
B
Beroepen, In, Gezondheidszorg
C
Beroepen, Individuele, Gezondheidszorg
D
Beroepsprofessionals, Inzichten, Gemeenschap

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Op welke plekken kun je geen infuus inbrengen?
A
Voet
B
Onderarm
C
Hand
D
Bovenbeen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor non-verbale kenmerken van angst kun je observeren?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Welke contra-indicaties heb je bij infuus prikken?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Wat doe je bij het ontstaan van een 'bobbel' (infiltraat) bij het prikken van een infuus?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Volgende week toets
Alles goed voorbereid? 
Succes met leren!

Slide 11 - Slide

This item has no instructions