Les 2 Afwijkingen waarnemen - gezondheid deel 1

Afwijkingen 
waarnemen

De rol van het personeel
Categorieën ziekten

1 / 30
next
Slide 1: Slide
WildlifeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Afwijkingen 
waarnemen

De rol van het personeel
Categorieën ziekten

Slide 1 - Slide

Check in:
Is het maken van de vragen bij §11.3 (The role of zoo staff in zoo animal health care) gelukt?
A
B
C

Slide 2 - Quiz

Leerdoelen
Na het volgen van deze les kun je:
  • een gezondheidsonderzoek uitvoeren bij verschillende diersoorten
  • de rol van het personeel in dierentuinen met betrekking tot diergezondheidszorg uitleggen
  • uitleggen hoe de invloed van een uitbraak van een ziekte bepaald wordt
  • benoemen welke 4 categorieën ziekten in een dierentuin van belang zijn en uitleggen wat deze categorieën inhouden
  • uitleggen van aangifteplichtige dierziekten zijn, minimaal 5 voorbeelden benoemen en uitleggen welke maatregelen bij een uitbraak genomen kunnen worden

Slide 3 - Slide

Uitvoeren gezondheidsonderzoek
Erg belangrijk voor een dierverzorger om goed en snel gezondheid in te kunnen schatten!

OPDRACHT
Ga  na deze les een gezondheidsonderzoek uitvoeren bij minimaal 2 diersoorten.:
- 2 verschillende diersoorten, maximaal 1 huisdier, andere soort moet een dier buiten zijn (wild dier, vee)
- Vul per dier zoveel mogelijk onderdelen op het invulformulier gezondheidscontrole in (zie lesmateriaal module)
- noteer bij ieder dier jouw conclusie, deze wordt volgende week besproken!

Slide 4 - Slide

De rol van het personeel bij diergezondheid
Gezondheid van dieren in de dierentuin/ opvang is de verantwoording van meerdere medewerkers.

Meer informatie is te vinden in §11.3 van Zoo Animals

Slide 5 - Slide

Welke medewerkers zijn verantwoordelijk voor gezondheid dier?

Slide 6 - Mind map

Welke medewerkers zijn verantwoordelijk voor de gezondheid van de dieren?
  • Veterinair personeel (dierenarts)
  • Dierverzorgers
  • Voedingsdeskundigen

Slide 7 - Slide

Welke taken vallen onder diergezondheidszorg?

Slide 8 - Mind map

Welke taken vallen onder diergezondheidszorg?
  • dieridentificatie en geslachtsbepaling
  • preventieve medicatie en hygiëne
  • het waarnemen van ziekte en afwijkingen
  • voeding en aanbieden aan dieren
  • de behandeling van zieke of gewonde dieren, inclusief fixatie en narcose
  • laten uitvoeren van sectie en dode dieren correct afvoeren
  • managen van voortplanting, inclusief populatiemanagement en fokprogramma's
  • trainen van andere dierverzorgers, dierenartsen, stagiaires, enz.
  • gezondheidscontrole en papierwerk rondom transport
  • het vangen van ontsnapte dieren
  • conservatie projecten ondersteunen
  • veiligheid en gezondheid van bezoekers waarborgen 

Slide 9 - Slide

Welke verschillen zijn er met de (landbouw)huisdieren?

Slide 10 - Mind map

Welke verschillen zijn er met de (landbouw)huisdieren?
  • Er is vooral veel overlap!
  • Preventie en preventieve  medicatie voorkomt veel lijden door de dieren en hoge veterinaire kosten.
  • Dierverzorgers zijn onderdeel van het medische team: vangen, fixeren van dieren en toedienen medicatie.
  • Vaak is pas bekend wat een dier had, als er sectie is uitgevoerd. 

Slide 11 - Slide

Welke verschillen zijn er tussen een da in een dt en een da van (landbouw)huisdieren?

Slide 12 - Mind map

Welke verschillen zijn er tussen een da in een dt en een da van (landbouw)huisdieren?
  • Dt da komt vaker zeldzame ziekten en afwijkingen tegen.
  • Dt da kent de dieren van al vanaf de geboorte en bouwt dus meer informatie over een individu op.
  • Dt da kan een rol spelen in wetenschappelijk onderzoek: bv inseminatie bij neushoorns of andere exoten.
  • Dt da doet vaak de medische keuringen voorafgaand aan een transport.

Slide 13 - Slide

Welke gevolgen kan een uitbraak van een dierziekte voor een dierentuin hebben?
A
Dieren kunnen dood gaan
B
Dieren kunnen ziek worden
C
Dierverzorgers kunnen ziek worden
D
De dierentuin moet (deels) sluiten

Slide 14 - Quiz

Categorieën ziekten van invloed op dt of opvang
Om invloed te bepalen, zijn de volgende gegevens nodig:
  • morbidity: hoeveel dieren worden daadwerkelijk ziek?
  • mortality: wat is de sterftegraad?
  • kans op een uitbraak

Slide 15 - Slide

Er zijn grofweg 4 categorieën ziekten. Aan welke categorieën denk jij?

Slide 16 - Open question

Categorieën ziekten van invloed op dt of opvang
4 Categorieën:
  • infectieziekten
  • degeneratieve ziekten
  • genetische afwijkingen
  • voeding gerelateerde afwijkingen

  • Lees §11.5 Diseases of concern in zoo animals (niet de genoemde voorbeelden per categorie!).
  • Leg in 1-2 zinnen per categorie uit wat er onder wordt verstaan en geef per categorie minimaal 1 voorbeeld.

Slide 17 - Slide

Leg in 1-2 zinnen per categorie uit wat er onder wordt verstaan en geef per categorie minimaal 1 voorbeeld.
(10 min)

Slide 18 - Open question

Categorieën ziekten van invloed op dt of opvang
  1. Infectieziekten: pathogeen micro-organisme (bacterie, virus, schimmel, parasiet en prion). meestal overdraagbaar. Eerste tijd subklinisch: zonder zichtbare ziekteverschijnselen. Zichtbare symptomen worden door ziekteverwekker zelf of zijn producten veroorzaakt. Directe of indirecte verspreiding.
  2. Degeneratieve ziekten: pas op latere leeftijd zichtbaar, vnl omdat dier in dierentuin langer leeft dan in wild.
  3. Genetische ziekten: kleine populaties hebben minder genetische variatie en een kleine genenpoel. Dit veroorzaakt grotere kans op genetische afwijkingen.
  4. Voeding gerelateerde afwijkingen: ontstaan door tekorten of overschotten van voedingsstoffen en/ of energie in aangeboden voer.

Slide 19 - Slide

Categorieën ziekten van invloed op dt of opvang
Wilde dieren kunnen besmet raken via mensen en andersom.
  • Antropo-zoönosen: ziekten overdraagbaar van mens op dier.
  • Zoönose: ziekten overdraagbaar van dier op mens.
  • Iso-zoönose:  ziekten waarbij mens en dier soortgelijke symptomen vertonen.

  • Overdracht door: direct contact besmet individu, via inname of inhaleren van ziekteverwekkers, via beet van geïnfecteerd insect zoals teek of mug (vector).
  • Veel zoönosen zijn aangifte plichtige ziekten! Een (vermoeden van) besmetting moet dan altijd gemeld worden.


Slide 20 - Slide

Een dier is met een ziekteverwekker besmet geraakt via een mens. Hoe noem je dit?
A
Antropo-zoönose
B
Iso-zoönose
C
Zoönose

Slide 21 - Quiz

Een mens is met een ziekteverwekker besmet geraakt via een dier. Hoe noem je dit?
A
Antropo-zoönose
B
Iso-zoönose
C
Zoönose

Slide 22 - Quiz

Wat is een iso-zoönose?
A
Een ziekteverwekker meer symptomen vertoont bij de mens dan bij een dier
B
Een ziekteverwekker minder symptomen vertoont bij de mens dan bij een dier
C
Een ziekteverwekker die soortgelijke symptomen vertoont bij zowel mens als dier
D
Een ziekteverwekker die totaal verschillende symptomen vertoont bij mens en dier

Slide 23 - Quiz

Categorieën ziekten van invloed op dt of opvang
  • Bij een (vermoeden van een) besmetting met een aangifteplichtige ziekte, moet een melding naar de overheidsinstantie gedaan worden.
  • Via dierenarts of NVWA (Nederlandse Voedsel en Waren Authoriteit)
  • Een infectieziekte is aangifteplichtig als er bij een uitbraak grote gevolgen zijn voor mens, dier en/ of economie

  • Ga naar het lesmateriaal, zoek op welke dierziekten aangifteplichtig zijn en vink deze aan.

Slide 24 - Slide

Categorieën ziekten van invloed op dt of opvang
Op dit moment heeft Europa te maken met één van de heftigste uitbraken van de vogelgriep ooit (zie artikel).
Zoals je in de vorige vraag hebt kunnen zien, is vogelgriep een aangifteplichtige ziekte.

Zoek nu op welke maatregelen er genomen (kunnen) worden, zodra er melding gemaakt wordt van een (vermoedelijke) besmetting met het vogelgriepvirus.

Slide 25 - Slide

Welke maatregelen kunnen er genomen worden bij de uitbraak van een aangifteplichtige ziekte?

Slide 26 - Mind map

Categorieën ziekten van invloed op dt of opvang
Maatregelen kunnen zijn (uit H5 wet Dieren):
  • een verplichting tot het afzonderen, het opstallen, het ophokken, het afschermen, het op een aangewezen plaats houden, het vastleggen of het opsluiten;
  • een verplichting tot het behandelen of het vaccineren;
  • een verbod op het vervoeren, het verplaatsen of het in de handel brengen;
  • een verbod op het bijeenbrengen;
  • een verbod op het in of buiten Nederland brengen;
  • een verbod op het winnen van sperma, eicellen en embryo’s, het insemineren of het laten bevruchten van dieren en het transplanteren van embryo’s en eicellen;
  • een verplichting tot het merken;
  • een verbod of een verplichting tot het doden van dieren;
  • een verplichting tot het onschadelijk laten maken van gestorven of gedode dieren;
  • een verplichting tot het laten doen van onderzoek of een verplichting tot het dulden van onderzoek naar de aanwezigheid van ziekteverwekkers of ziekteverschijnselen of naar besmetting met een dierziekte of zoönose, en
  • een verplichting tot het bijhouden van gegevens.

Slide 27 - Slide

Leerdoelen
Na het volgen van deze les kun je:
  • een gezondheidsonderzoek uitvoeren bij verschillende diersoorten
  • de rol van het personeel in dierentuinen met betrekking tot diergezondheidszorg uitleggen
  • uitleggen hoe de invloed van een uitbraak van een ziekte bepaald wordt
  • benoemen welke 4 categorieën ziekten in een dierentuin van belang zijn en uitleggen wat deze categorieën inhouden
  • uitleggen van aangifteplichtige dierziekten zijn, minimaal 5 voorbeelden benoemen en uitleggen welke maatregelen bij een uitbraak genomen kunnen worden

Slide 28 - Slide

Check out:
Ben jij er blij mee dat we volgende week weer op school les mogen hebben?
A
B
C

Slide 29 - Quiz

5 minuten pauze

Slide 30 - Slide