Het werkwoord - le verbe - zijn - être

Salut!
Les buts du cour:
  • Je kunt het werkwoord être (zijn) gebruiken op A1 niveau
  • Je kunt klokkijken in het Frans

1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Salut!
Les buts du cour:
  • Je kunt het werkwoord être (zijn) gebruiken op A1 niveau
  • Je kunt klokkijken in het Frans

Slide 1 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden
ENKELVOUD

 Ik - je
Jij - tu
Hij - il / Zij - elle / Men, we - on

Slide 2 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden
MEERVOUD

Wij - nous
U/jullie - vous
zij (mannelijk) - ils; zij (vrouwelijk) - elles

Slide 3 - Slide

Verschil On + nous
On betekent "men"of "we"als algemeen bedoeld

Men vindt dat / we vinden dat...... gebruik "On"

Nous betekent "wij" als er een bepaalde groep wordt bedoeld
Wij gaan vanavond naar de bioscoop .....gebruikt "nous"

Slide 4 - Slide

VOUS (U / Jullie)
Vous kan op 2 manieren worden gebruikt

1) als beleefdheidsvorm "u"

2) wanneer je een groep aanspreekt "jullie"

Slide 5 - Slide

Etre (zijn)

Je suis               
Tu es
Il, elle, on est

Nous sommes
Vous êtes
Ils, elles, sont
Ik ben
Jij bent
Hij, zij, men  is

Wij zijn
Jullie zijn / u bent
Zij zijn

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Vul de juiste vorm in:
Je ..... nouveau dans la classe
A
est
B
es
C
sommes
D
suis

Slide 8 - Quiz

Il .... le copain de Jacques
A
suis
B
est
C
es
D
sont

Slide 9 - Quiz

Nous ..... 15 filles et 13 garçons
A
sont
B
êtes
C
sommes
D
est

Slide 10 - Quiz

.... vous le prof de la classe?
A
êtes
B
est
C
es
D
sommes

Slide 11 - Quiz