Paragraaf 1.2 Extreem weer

1.2 Extreem weer
H1 Verenigde Staten in beeld
1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

1.2 Extreem weer
H1 Verenigde Staten in beeld

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Lesdoel
Waar komt extreem weer voor in de VS en waarom daar?

Slide 3 - Slide

Wet van Buys Ballot

1. Lucht stroomt altijd van plekken met hoge druk naar plekken met lage druk.

2. Met een afwijking naar rechts op het NH en naar links op het ZH (met de wind in de rug gezien)

Slide 4 - Slide

Luchtsoort
Grote hoeveelheid lucht met bepaalde temperatuur en luchtvochtigheid

Boven zee: nat
Boven land: droog
Bij evenaar: warm
Bij polen: koud

Slide 5 - Slide

Luchtsoorten boven Amerika

Slide 6 - Slide

Tornado's en orkanen
lagedrukgebied - extreme weersituaties

Slide 7 - Slide

Hoge en lage druk
Hogedrukgebied: een gebied met een teveel aan lucht. Dit komt door dalende lucht. --> onbewolkt, zonnig weer.

Lagedrukgebied: een gebied met een tekort aan lucht. Dit komt  door opstijgende lucht. --> bewolkt en regenachtig weer.

Slide 8 - Slide

Algemene regels:
- boven de evenaar heerst een lage drukgebied
- lage druk wordt veroorzaakt door stijgende lucht.
-stijgende lucht koelt af naarmate deze hoger komt.
- koude lucht kan minder waterdamp vasthouden en er treedt condensatie 

hoge druk wordt veroorzaakt door dalende lucht.
-dalende lucht is koud en zwaar, maar warmt langzaam op.
- Warme lucht kan meer waterdamp vasthouden, dus blijft het droog.

Slide 9 - Slide

Zijaanzicht luchtdruk 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Tornado
  • Koude lucht botst tegen warme lucht
  • warme lucht stijgt op, koelt af, neerslag
  • draaiende kolom lucht komt naar beneden

Slide 12 - Slide

Orkaan
  • warm zeewater, >27 graden
  • verdamping, opstijging, depressie
  • depressie groeit uit tot tropische storm of orkaan
  • sneller dan 118 km/u = orkaan
  • oog= windstil
  • boven land neemt kracht af

Slide 13 - Slide

Opdracht: Tornado Alley
Maak de zin af:

___________ en ___________ lucht van de golf van mexico botst met ___________ en ___________ lucht van de rocky mountains.
de _________ lucht stijgt dan op. Dan koelt het af en ontstaan er onweerswolken. De wind waait hard en er ontstaat een draaiende luchtkolom. 

Slide 14 - Slide

Opdracht: Tornado Alley
Maak de zin af:

WARME en VOCHTIGE lucht van de golf van mexico botst met KOUDE en DROGE lucht van de rocky mountains.
de WARME lucht stijgt dan op. Dan koelt het af en ontstaan er onweerswolken. De wind waait hard en er ontstaat een draaiende luchtkolom. 

Slide 15 - Slide

Conclusie
Welke klimaten zijn er in de V.S. en waarom komen er tornado's en hurricanes voor?

Slide 16 - Slide

Klimaat in de V.S.

Beïnvloed door luchtsoorten

1) zuidoosten
  • wind Golf van Mexico
  • warme, vochtige zeelucht
  • hele jaar regen
  • zeeklimaat
  • zachte winters, hete zomers

Slide 17 - Slide

Klimaat in de V.S.
2) Westen
  • Middellandse zeeklimaat
  • zomer: hogedrukgebied, warm en zonnig
  • winter: aanlandige wind, koeler, meer neerslag

Slide 18 - Slide

Klimaat in de V.S.
3) noordoosten
  • landklimaat
  • warme zomers, koude winters
  • bergen
  • koude noordenwind in winter, geen matigende invloed in zomer

Slide 19 - Slide

Welk klimaat in het westen?
A
Zeeklimaat
B
Landklimaat
C
Middellandse zeeklimaat
D
Subtropisch klimaat

Slide 20 - Quiz

Welk klimaat in het zuidoosten?
A
Zeeklimaat
B
Landklimaat
C
Middellandse zeeklimaat
D
Subtropisch klimaat

Slide 21 - Quiz

Welk klimaat in het noordoosten?
A
Zeeklimaat
B
Landklimaat
C
Middellandse zeeklimaat
D
Subtropisch klimaat

Slide 22 - Quiz

Waarom komen er tornado's voor?
A
Aanlandige natte lucht botst tegen aflandige droge lucht
B
koude lucht uit noorden botst tegen warme lucht uit zuiden
C
koude lucht uit zuiden botst tegen warme lucht uit noorden
D
Aanlandige droge lucht botst tegen aflandige natte lucht

Slide 23 - Quiz

Waarom komen er orkanen voor?
A
Het zeewater warmt op, luchtstroom richting VS
B
Het zeewater koelt af, luchtstroom richting VS
C
Grond warmt op, luchtstroom richting zee
D
Grond koelt af, luchtstroom richting zee

Slide 24 - Quiz

Huiswerk

Slide 25 - Slide