What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Le futur proche et le passé récent
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Frans
Secundair onderwijs
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
doelstelling na de les
weet je wat de
passé récent en de futur proche
is
kan je de werkwoorden
"venir" en "aller"
vervoegen
kan je de werkwoorden vervoegen in de futur proche en passé récent.
weet je wat de
woordvolgorde
in een Franse zin in met deze tijden.
kan je een zin in de
futur proche/ passé récent én in de ontkenning
zetten.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Le passé récent
het recente verleden
om te zeggen wat je NET hebt gedaan
Je viens de ranger ma chambre.
Ik heb
zonet
mijn kamer opgeruimd.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Partie 1: le verbe "venir"
Het werkwoord "
venir"
is
onregelmatig
en moet je dus uit je hoofd kennen net zoals "être, avoir, faire,.."
Slide 6 - Slide
Leer het werkwoord + vertaling
Slide 7 - Slide
Partie 2/3: + de + inf.
om een passé récent te maken doe je het volgende:
vervoeg venir + "de"+ infinitief
Elle
vient de danser
avec sa copine.
ze heeft net met haar vriendin gedanst.
Slide 8 - Slide
Conjugue le verbe au passé récent
Elle - manger
A
Elle venir manger
B
Elle viens de manger
C
Elle vient de manger
D
Elle vient de mange
Slide 9 - Quiz
Le futur proche
de nabije toekomst
om te zeggen wat je onmiddellijk gaat doen.
Je vais ranger ma chambre.
Ik ga mijn kamer opruimen.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Partie 1: le verbe "aller"
Het werkwoord "
aller"
is
onregelmatig
en moet je dus uit je hoofd kennen net zoals "être, avoir, faire,.."
Slide 12 - Slide
Leer het werkwoord + vertaling
Slide 13 - Slide
Partie 2: + inf.
om de futur proche te maken doe je het volgende:
vervoeg aller + infinitief
Elle
va danser
avec sa copine.
ze gaat met haar vriendin dansen.
Slide 14 - Slide
Conjugue au futur proche
Elle - manger
A
Elle vient de manger
B
Elle vais manger
C
Elle va mange
D
Elle va manger
Slide 15 - Quiz
Maintenant, tous ensemble!
Slide 16 - Slide
Traduis "je viens de dormir"
A
ik ga slapen
B
ik zal gaan slapen
C
ik heb zonet geslapen
D
ik sliep
Slide 17 - Quiz
Traduis: nous allons danser
A
wij dansen
B
wij zullen dansen
C
wij hebben net gedanst
D
wij gaan dansen
Slide 18 - Quiz
"il y a quelques minutes" is een tijdsbepaling die wijst op
A
le passé récent
B
le futur proche
C
l'indicatif présent
D
l'impératif
Slide 19 - Quiz
"cet après-midi" is een tijdsbepaling die wijst op:
A
le passé récent
B
le futur proche
C
l'indicatif présent
D
l'impératif
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
De woordvolgorde
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
More lessons like this
Le futur proche et le passé récent
April 2022
- Lesson with
28 slides
Frans
Secundair onderwijs
T03 - 3.2.5 Le passé récent et le futur proche
November 2022
- Lesson with
50 slides
Frans
Secundair onderwijs
Le passé récent et le futur proche
October 2021
- Lesson with
18 slides
Frans
Secundair onderwijs
LS: Le futur proche et le passé récent
December 2021
- Lesson with
27 slides
Frans
Secundair onderwijs
Le futur proche et le passé récent
October 2020
- Lesson with
22 slides
Frans
Secundair onderwijs
Le futur proche et le passé récent
February 2021
- Lesson with
23 slides
Frans
Secundair onderwijs
Le passé récent et le futur proche
May 2021
- Lesson with
18 slides
Frans
Secundair onderwijs
frans ondersteung FP et PR
November 2023
- Lesson with
12 slides
Frans
Secundair onderwijs