H12 Herhaling allerlei grafieken

Allerlei grafieken
Hoofdstuk 12
1 / 21
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Allerlei grafieken
Hoofdstuk 12

Slide 1 - Slide

Lijngrafiek
Dit soort grafiek komt heel vaak voor. Elk punt op de grafiek heeft een betekenis. Met behulp van allerlei formules kun je elke waarde berekenen. In het voorbeeld zie je een grafiek 
van een lineaire formule (groene rechte lijn) 
en een kwadratische formule (rode parabool).
Een lijngrafiek gebruik je als 
alle waarden kunnen voorkomen

Slide 2 - Slide

Puntengrafiek
Tussenruimte tussen de punten heeft geen betekenis. Een voorbeeld is het aantal kano's dat je moet huren bij een klasseuitje. Dit kunnen alleen maar hele kano's zijn.
In het voorbeeld hiernaast: je kunt niet
een half glas bestellen. De getallen 1,2 en 3,7
hebben geen betekenis als het om glazen gaat.
Een puntengrafiek gebruik je als alleen hele waarden kunnen voorkomen

Slide 3 - Slide

Grafiek met horizontale gedeelten
In dit soort grafiek wordt er gewerkt met een aantal 'sprongen'. Elk nivo geldt voor een aantal waarden. Voorbeeld uit het boek: 
bij het parkeren maakt het niet uit 
of je 22 of 42 minuten parkeert; de 
prijs is hetzelfde. Pas bij 50 minuten 
betaal je ineens veel meer.
Horizontale lijnen gebruik je als 
een waarde in een sprong verandert en dan een tijdje gelijk is

Slide 4 - Slide

Somgrafiek
Een somgrafiek is een grafiek als resultaat van het optellen van twee (of meer) andere grafieken. 
Soms is het handig om eerst een 
somtabel te maken.

Slide 5 - Slide

Verschilgrafiek
Een verschilgrafiek is een grafiek als resultaat van het van elkaar afhalen van twee grafieken. Bij het optellen van grafieken maakt de volgorde niet uit. Bij het van elkaar afhalen
maakt de volgorde van de originele grafieken
wel verschil. Zie het voorbeeld hiernaast.
De groene grafiek is de verschilgrafiek A-B
en de oranje grafiek die van B-A.

Slide 6 - Slide

Periodieke grafiek
In een periodieke grafiek zie je steeds dezelfde stukjes grafiek die 'achter elkaar geplakt zijn'. Zo'n herhalend stukje heet periode. Hoe vaak een periode voorkomt in een bepaalde tijd (minuut, uur, week) noem je frequentie.
Van een periodieke grafiek kun je een
evenwichtsstand en een amplitude
berekenen.

Slide 7 - Slide

Welke soort grafiek?
De prijs van benzine gedurende 12 weken.
A
Puntengrafiek
B
Lijngrafiek
C
Horizontale stukjes
D
Periodieke grafiek

Slide 8 - Quiz

Welke soort grafiek?
De lengte van een plantje gedurende 2 weken
A
Puntengrafiek
B
Lijngrafiek
C
Horizontale stukjes
D
Periodieke grafiek

Slide 9 - Quiz

Welke soort grafiek?
De schoenmaat van een persoon gedurende zijn leven.
A
Puntengrafiek
B
Lijngrafiek
C
Horizontale stukjes
D
Periodieke grafiek

Slide 10 - Quiz

Welke soort grafiek?
De waterhoogte in de haven gedurende één jaar.
A
Puntengrafiek
B
Lijngrafiek
C
Horizontale stukjes
D
Periodieke grafiek

Slide 11 - Quiz

Welke soort grafiek?
Het aantal huisdieren per huis in één straat.
A
Puntengrafiek
B
Lijngrafiek
C
Horizontale stukjes
D
Periodieke grafiek

Slide 12 - Quiz

Welke soort grafiek?
Vijftig jaar lang wordt elke dag de gemiddelde temperatuur van die dag in een grafiek gezet.
A
Puntengrafiek
B
Lijngrafiek
C
Horizontale stukjes
D
Periodieke grafiek

Slide 13 - Quiz

Welke soort grafiek?
De hoogte van de karretjes van de Python (achtbaan) in de efteling gedurende één uur.
A
Puntengrafiek
B
Lijngrafiek
C
Horizontale stukjes
D
Periodieke grafiek

Slide 14 - Quiz

Welke soort grafiek?
Het aantal zaadjes in het klokhuis van een appel in een kist van 10 kilo appels.
A
Puntengrafiek
B
Lijngrafiek
C
Horizontale stukjes
D
Periodieke grafiek

Slide 15 - Quiz

Welke soort grafiek?
De prijs van een zak chips in de supermarkt gedurende een jaar
A
Puntengrafiek
B
Lijngrafiek
C
Horizontale stukjes
D
Periodieke grafiek

Slide 16 - Quiz

Welke soort grafiek?
De temperatuur in DeBilt gedurende één dag.
A
Puntengrafiek
B
Lijngrafiek
C
Horizontale stukjes
D
Periodieke grafiek

Slide 17 - Quiz

Welke soort grafiek?
Het aantal flessen frisdrank dat je elke week koopt.
A
Puntengrafiek
B
Lijngrafiek
C
Horizontale stukjes
D
Periodieke grafiek

Slide 18 - Quiz

Welke soort grafiek?
De lengte van baby's gedurende de eerste twee maanden.
A
Puntengrafiek
B
Lijngrafiek
C
Horizontale stukjes
D
Periodieke grafiek

Slide 19 - Quiz

Welke soort grafiek?
Het aantal letters op een bladzijde in een wiskundeboek.
A
Puntengrafiek
B
Lijngrafiek
C
Horizontale stukjes
D
Periodieke grafiek

Slide 20 - Quiz

Einde les

Slide 21 - Slide