H3.1 les 1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

3.1 Het Midden-Oosten een kennismaking

Leerdoelen 3.1

1. Je kan het Midden-Oosten beschrijven vanuit verschillende dimensies.

2. Je kan spanningen tussen landen in het Midden-Oosten verklaren met behulp van het begrip geopolitiek.

1. Je kan het Midden-Oosten beschrijven vanuit verschillende dimensies.

Demografische dimensie:

1. Je kan het Midden-Oosten beschrijven vanuit verschillende dimensies.

Demografische dimensie:

1. ruim 400 miljoen mensen 
2. erg ongelijke bevolkingsspreiding

1. Je kan het Midden-Oosten beschrijven vanuit verschillende dimensies.

Demografische dimensie:

1. ruim 400 miljoen mensen 
2. erg ongelijke bevolkingsspreiding

Verklaring voor bevolkingsspreiding?

1. Je kan het Midden-Oosten beschrijven vanuit verschillende dimensies.

1. Je kan het Midden-Oosten beschrijven vanuit verschillende dimensies.

1. Je kan het Midden-Oosten beschrijven vanuit verschillende dimensies.

1. Je kan het Midden-Oosten beschrijven vanuit verschillende dimensies.

Fysische dimensie:

1. Groot deel van het landschap
   bestaat uit woestijnen en
   gebergten.
2. Ongelijke verdeling van water.

1. Je kan het Midden-Oosten beschrijven vanuit verschillende dimensies.

Sociaal-culturele dimensie:

Het Midden-Oosten is één cultuurgebied 

gebieden met overeenkomsten in de cultuur

1. Je kan het Midden-Oosten beschrijven vanuit verschillende dimensies.

1. Je kan het Midden-Oosten beschrijven vanuit verschillende dimensies.

1. Je kan het Midden-Oosten beschrijven vanuit verschillende dimensies.

Sociaal-culturele dimensie:

1. Islam = grootste godsdienst in het Midden-Oosten:                           * Uitzondering is Israël.
2. Arabisch = Bijna overal de zelfde officiële schrijftaal                           * Uitzonderingen zijn: Turkije (Turks), Israël (Hebreeuws),            Iran (Perzisch).

2. Je kan spanningen tussen landen in het Midden-Oosten verklaren met behulp van het begrip geopolitiek.

Geopolitiek = Het uitoefenen van macht door een land vanwege zijn voorraad natuurlijke hulpbronnen of ligging.

Wat?	Maken in werkboek: startopdrachten blz 42 + opdracht 1 en 2 (blz 43)
Hoe?	Zelfstandig
Tijd?	Tot eind van de les

Aan de slag!