Quiz financieel

Quiz
1 / 14
next
Slide 1: Slide
OndernemenMBOStudiejaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Quiz

Slide 1 - Slide


Wat is een begroting?

Slide 2 - Mind map

Wat staat er in een investeringsbegroting?
A
alle kosten die je maakt zoals je huur, electra
B
de grote aankopen die je nodig hebt voordat je start

Slide 3 - Quiz

Deze kosten staan in je investeringsbegroting:
A
je laptop die je al hebt
B
de start-voorraad
C
het wisselgeld in je kassa
D
de borg van je huur

Slide 4 - Quiz


In de investeringsbegroting zet je de prijzen:
A
incl. btw
B
excl. btw

Slide 5 - Quiz

Wat staat er in je financieringsbegroting:
A
hoeveel je investeert in je onderneming
B
hoeveel je denkt dat je gaat verdienen
C
hoe je de investeringen gaat betalen
D
wanneer je winst gaat maken

Slide 6 - Quiz


Geleend geld wordt ook genoemd:
A
Achtergestelde lening
B
Vreemd vermogen

Slide 7 - Quiz


Een achtergestelde lening betekent:
A
dat je een stille vennoot bent
B
dat je veel risico loopt

Slide 8 - Quiz


Als jouw tante Nel jou een achtergestelde lening geeft dan hoort dat bij:
A
je eigen vermogen
B
het vreemde vermogen

Slide 9 - Quiz

de kosten die je iedere maand hebt voor je onderneming staan in:
A
de financieringsbegroting
B
de investeringsbegroting
C
de liquiditeitsbegroting
D
de exploitatiebegroting

Slide 10 - Quiz

Wat is een liquiditeitsbegroting:
A
een overzicht van je inkomsten en uitgaven met daarbij je prive opname
B
een overzicht waarbij je rekening houdt met seizoensinkomsten
C
een overzicht waarin je ziet wat je geldstromen zijn
D
een overzicht waarin je ziet wanneer je hoeveel belasting moet betalen

Slide 11 - Quiz

Als ondernemer moet je rekening houden met BTW omdat:
A
je van je verkoopprijs een gedeelte moet afstaan
B
je van je inkoopprijs een gedeelte terugkrijgt
C
je ieder kwartaal afrekent met de belastingdienst
D
btw is van invloed op je liquiditeit

Slide 12 - Quiz

Wat zie je niet in een exploitatiebegroting maar WEL in een liquiditeitsbegroting:
A
betaaltermijnen van je klanten
B
je prive opname
C
seizoensinvloeden
D
wanneer je btw en loonbelasting moet betalen

Slide 13 - Quiz

Waarom zou je een liquiditeitsbegroting maken:
A
zodat je weet of je op het juiste moment genoeg geld op je bank hebt
B
zodat je precies weet hoeveel winst je gaat maken
C
zodat je weet hoeveel inkomstenbelasting je moet betalen
D
zodat je weet of je tijdelijk krediet nodig hebt

Slide 14 - Quiz