This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Welk kenmerk past niet bij een parlementaire democratie?
A
Alle burgers zijn voor de wet gelijk.
B
De politieke macht ligt bij het parlement.
C
De regering beslist of een wet wordt aangenomen.
D
Er zijn vrije en geheime verkiezingen.
Slide 4 - Quiz
6. Mensen die de ‘verkiezingen’ in Wit-Rusland volgden, kwamen tot de conclusie dat alleen de partij van de president kon winnen. Andere partijen mochten nauwelijks meedoen. Waar is Wit-Rusland een voorbeeld van?
A
democratie
B
dictatuur
C
monarchie
Slide 5 - Quiz
Uit welke drie bestuurslagen bestaat de landelijke politiek?
Slide 6 - Open question
Het Parlement bestaat uit...
A
De Eerste en Tweede Kamer
B
Koning en Ministers
C
Ministers en staatssecretarissen
Slide 7 - Quiz
Hoeveel leden zitten er in de Tweede Kamer?
A
75
B
150
C
200
D
250
Slide 8 - Quiz
Wie vormen samen het kabinet? De...... en....
Slide 9 - Open question
De regering bestaat uit...
A
Eerste en Tweede kamer
B
Koning en Ministers
C
Ministers en staatssecretarissen
D
Parlement en Koning
Slide 10 - Quiz
Wat is een motie van wantrouwen?
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Video
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Video
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Video
Slide 31 - Slide
Wat is een staatssecretaris?
Slide 32 - Open question
Noem twee taken van het kabinet.
Slide 33 - Open question
De regering heeft informatierecht richting de Tweede Kamer.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 34 - Quiz
Een van de taken van een minister is stemmen over wetsvoorstellen.