This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
2ka - spelling: hoofdstuk 1+2
woorden spellen & samenstellingen
Slide 1 - Slide
Doelen
Aan het einde van de les:
ken je een aantal nieuwe dicteewoorden;
weet je hoe je samenstellingen spelt.
Slide 2 - Slide
Lastige gevallen
De letters ij en ei klinken hetzelfde. Er is geen regel voor wanneer je ij of ei schrijft. In de volgende 3 gevallen weet je wél altijd hoe je het woord spelt:
bij woorden op -heid schrijf je altijd ei;
bij woorden op -teit schrijf je altijd ei;
bij woorden op -lijk schrijf je altijd ij.
Slide 3 - Slide
Welk woord is goed gespeld?
A
elektriciteit
B
elektricitijt
C
electriciteit
Slide 4 - Quiz
Welk woord is goed gespeld?
A
nationalitijt
B
nationaliteit
Slide 5 - Quiz
Aan de slag......
Je gaat nu opdr. 9 op blz. 30 maken.
Slide 6 - Slide
Tijd voor het dictee
Ik lees 10 zinnen voor en per zin herhaal ik 2 woorden. Deze twee woorden schrijf je goed op in je schrift. Succes!!
Slide 7 - Slide
Samenstellingen
Bij een samenstelling maak je van bestaande woorden een nieuw woord.
bank + stel = bankstel
school + rug + tas + rits = schoolrugtasrits
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Tussen-s
Soms moet je een tussen-s toevoegen. Die schrijf je als je hem hoort.