This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Kunststoffen - Les 2
Slide 1 - Slide
Voor deze les
13.3 gelezen
Lijstje van de begrippen van deze les gemaakt
Opgaven 7 en 8 gemaakt
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Het reactiemechanisme van een condensatiereactie kunnen weergeven in lewisstructuren.
Condensatiepolymerisatie kunnen uitleggen.
De vorming van een polyester en een polyamide kunnen tekenen in structuurformules.
Het begrip copolymeer kunnen uitleggen en tekenen aan de hand van een voorbeeld.
Vanuit een monomeer/monomeren de structuurformule van een polymeer kunnen geven en vice versa.
Slide 3 - Slide
Opdracht
Leg uit wat een monomeereenheid is.
Slide 4 - Slide
Antwoord: Een monomeereenheid is het repeterende deel in een polymeer dat voor de polymerisatie.
Had je dit goed?
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quiz
Opdracht
Teken een stukje van het polymeer polyvinylalcohol (PVA) met drie monomeereenheden.
Het monomeer van PVA is ethenol.
Slide 6 - Slide
Het antwoord:
Had je deze goed?
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quiz
Opdracht
Teken het ester van propaan-1-ol en ethaanzuur
Slide 8 - Slide
Antwoord:
Had je dit goed?
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quiz
Condensatiereactie
Bij condensatiepolymerisatie ontstaat het polymeer door condensatiereacties. Hierbij komt altijd een klein molecuul vrij (bv water).
Het omgekeerde van de condensatiereactie is de hydrolysereactie. Hierbij splitst het molecuul door een reactie met water.
Polymeren die ontstaan door condensatiepolymerisatie noemen we ook wel condensatiepolymeren.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Opdracht
Teken de structuurformule van het ester 2-propylmethanoaat.
Slide 12 - Slide
Antwoord:
Had je deze goed?
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quiz
Condensatiepolymeren
Bij condensatiepolymerisatie ontstaat het polymeer door condensatiereacties. Hierbij komt altijd een klein molecuul vrij (bv water).
Het omgekeerde van de condensatiereactie is de hydrolysereactie. Hierbij splitst het molecuul door een reactie met water.
Polymeren die ontstaan door condensatiepolymerisatie noemen we ook wel condensatiepolymeren.
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Polyester
Voor de vorming van een polyester heb je een alcolholgroep en een zuurgroep nodig. Dat kan doordat beide groepen in één stof zitten (bijvoorbeeld 2-hydroxypropaanzuur).
Een andere optie is dat je twee stoffen gebruikt. De eerste heeft dan twee alcoholgroepen en de ander heeft twee zuurgroepen. Omdat er meerdere soorten monomeren zijn noemen we dit een copolymeer.
Slide 16 - Slide
Opdracht
Teken een stukje polymelkzuur met twee monomeren.
Slide 17 - Slide
Antwoord:
Had je deze goed?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quiz
Opdracht
Teken een stukje van het condensatiepolymeer dat ontstaat uit ethaan-1,2-diol en propaandizuur.
Teken van beide monomeren twee stuks.
Slide 19 - Slide
Had je deze goed?
A
Ja
B
Nee
Slide 20 - Quiz
Polyamide
Voor de vorming van een polyamide heb je een aminegroep en een zuurgroep nodig. Dat kan doordat beide groepen in één stof zitten (bijvoorbeeld 2-aminopropaanzuur).
De namen polyester en polyamide kom je vaak tegen bij kleding. Polyamide kennen we ook onder een andere naam: nylon
Slide 21 - Slide
Om aan te geven welk nylon het is worden nummers gebruikt. Het eerste nummer is het diamine en de tweede het dizuur.
Dus nylon-5,6 wordt gemaakt uit?
A
hexaan-1,6-diamine en hexaandizuur
B
pentaan-1,5-diamine en pentaandizuur
C
hexaan-1,6-diamine en pentaandizuur
D
pentaan-1,5-diamine en hexaandizuur
Slide 22 - Quiz
Opdracht
Teken een stukje polymeer van nylon-5,6 met
één molecuul pentaan-1,5-diamine en hexaandizuur.
Slide 23 - Slide
Had je deze goed?
A
Ja
B
Nee
Slide 24 - Quiz
Opgave
Maak opgave 16
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
Stel 1 vraag over een onderdeel dat je niet helemaal hebt begrepen.
Slide 27 - Open question
Voor de volgende les
MAAK: Opgave 14 en 17
LEES: 13.4 Eigenschappen van kunststoffen
MAAK: Begrippenlijst van 13.4
Slide 28 - Slide
Extra ...
Hierna komen nog een aantal pagina's. Deze zijn bedoeld als Extra oefening of Extra verdieping.
Slide 29 - Slide
Zet de monomeren in de juiste groep (als die er staat)...
polyester
polyamide
melkzuur
ethaan-1,2-diol
2-aminopropaanzuur
hexaan-1,6-diamine
propeen
Slide 30 - Drag question
Welke monomeer hoort bij nylon-5?
A
pentaan-1,5-diamine
B
pentaandizuur
C
5-aminopentaanzuur
D
geen idee
Slide 31 - Quiz
Uitleg
Nylon-5 bestaat uit één monomeer en is een polyamide.
De zuur- en amine-groep moeten in één molecuul zitten.
Dus: 5-aminopentaanzuur (C)
Slide 32 - Slide
Monomeren
Teken de structuurformule van de twee monomeren die bij dit polyester horen.
Slide 33 - Slide
Antwoord
Het zijn:
benzeen-1,4-dicarbonzuur (links) en ethaan-1,2-diol (rechts) (maar je hoefde ze alleen maar te tekenen)
Slide 34 - Slide
PET en PBT
Hierboven staat de structuurformule van PET. Teken de structuurformule van PBT.
Slide 35 - Slide
Antwoord
PET staat voor polyethyleentereftalaat
De e geeft dus aan dat ethaan-1,2-diol
een van de monomeren is.
In het geval van PBT is dat monomeer vervangen door butaan-1,4-diol.