Wat? Schrijf een Nederlandse rap met de klasgenoot die naast je zit. Maak in de rap gebruik van minimaal 3 x stijlfiguren of een vorm van beeldspraak.
Denk aan: overdrijving, tegenstelling, herhaling, een understatement, metafoor enz.
Tijd? 15 min.
Daarna? De docent beslist aan het einde van de les wie de rap mag voordragen.