5.3 Met of zonder BTW? (deel 4)

BTW
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

BTW

Slide 1 - Slide

Lesdoel:
We leren deze les hoe de brutowinstmarge wordt berekend.

Slide 2 - Slide

We kijken het huiswerk na.

Slide 3 - Slide

Brutowinstmarge
Brutowinstmarge: het bedrag dat je optelt bij de inkoopprijs om de verkoopprijs te berekenen. 

Inkoopprijs + brutowinstmarge = verkoopprijs

Slide 4 - Slide

Brutowinstmarge

Slide 5 - Slide

Hoe bereken de brutowinstmarge?
  • De brutowinstmarge is 20 %, de inkoopprijs: €1,50

  • Brutowinstmarge berekenen: €1,50 / 100 X 20 = €0,30

  • Inkoopprijs: €1,50 +
  • Brutowinstmarge: €0,30
  • ------------------------------------------
  • Verkoopprijs: €1,80 

Slide 6 - Slide

Conclusie
I
Inkoopprijs + brutowinstmarge = verkoopprijs

Slide 7 - Slide

Hoe bereken ik de verkoopprijs?
A
omzet + brutowinstmarge
B
verkoopprijs + brutowinstmarge
C
inkoopprijs + btw
D
inkoopprijs + brutowinstmarge

Slide 8 - Quiz

Welke stelling is juist?

1. De consumentenprijs is hetzelfde als de verkoopprijs
2. De brutowinstmarge tel je op bij de inkoopprijs

A
alleen stelling 1 is juist
B
alleen stelling 2 is juist
C
beide stellingen zijn juist
D
beide stellingen zijn onjuist

Slide 9 - Quiz

De inkoopprijs van een e-bike is €950.
De fietshandelaar hanteert een brutowinstmarge van 45% van de inkoopprijs.

Bereken de verkooprijs exclusief btw

Slide 10 - Open question

Maak:
Blz. 141 in je boek.
Blz. 152: som 9 en 10

Slide 11 - Slide