Leesvaardigheid H1 les 2

Leesvaardigheid 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Leesvaardigheid 

Slide 1 - Slide

Deze les
- Terugblik
- Lesdoel
- Uitleg
- Voorkennis activeren
- Aan de slag
- Reflectie

Slide 2 - Slide

Hij ______(veranderen – t.t.) voortdurend zijn reisplannen.

Slide 3 - Open question

Zet de juiste leestekens:
We vertrekken om 10.00 uur maar je mag vanaf 9.00 uur bij mij komen

Slide 4 - Open question

Welk verband herken je in de volgende zin?

Dit jaar wil ik op vakantie naar Turkije en dat kost nogal wat. Ik moet dus echt een zaterdagbaantje nemen om dit te kunnen betalen.
A
Uitleggend
B
tijdsvolgorde
C
samenvattend
D
concluderend

Slide 5 - Quiz

Welk verband herken je in de volgende zin?

Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je je kaart en vervolgens kun je inchecken.
A
Uitleggend
B
tijdsvolgorde
C
samenvattend
D
concluderend

Slide 6 - Quiz

Welk verband herken je in de volgende zin?

Jeremy wilde niet naar de dierentuin, Anke wilde niet naar het pretpark, Yorrick wilde niet naar het strand; kortom we konden het niet eens worden over wat we gingen doen.
A
Uitleggend
B
tijdsvolgorde
C
samenvattend
D
concluderend

Slide 7 - Quiz

Welk verband herken je in de volgende zin?

"Het bestuur wil strenge maatregelen nemen tegen de speler. De spelersraad vindt dit overdreven en de leider van het team denkt dat een waarschuwing voldoende is. Kortom, het is nog onduidelijk hoe dit gaat aflopen."
A
Uitleggend
B
Tijdsvolgorde
C
samenvattend
D
concluderend

Slide 8 - Quiz

Welk verband herken je in de volgende zin?

De voetbalcompetitie is in jaren niet zo spannend geweest. Het is dit jaar bijvoorbeeld vaak voorgekomen dat een middenmoter bij een topclub punten kon weghalen.
A
Uitleggend
B
Tijdsvolgorde
C
samenvattend
D
concluderend

Slide 9 - Quiz

Lesdoel
Aan het einde van deze les heb je de tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen herhaald en kun je het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst vinden.


Slide 10 - Slide

Let op! Een tekst kan meerdere tekstdoelen hebben, maar de vraag is: wat is het belangrijkste doel?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Wat is het belangrijkste doel van de vorige video?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 13 - Quiz

Wat is de tekstsoort?

Slide 14 - Open question

Wat is de tekstvorm?

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Link

Wat is de tekstvorm, tekstsoort en het tekstdoel van het artikel?

Slide 17 - Open question

Wat is het onderwerp en wat is de hoofdgedachte van het artikel?

Slide 18 - Open question

Hoofdgedachte
Vorig jaar leerde jullie dat de hoofdgedachte antwoord geeft op de vraag: "wat is het belangrijkste dat er over het onderwerp wordt gezegd?"

Dit jaar splitsen we dit uit in een informatieve tekst en een betogende tekst:

- Bij een informatieve tekst bestaat de hoofdgedachte altijd uit feitelijke informatie.
bijv. "Een Amerikaanse wandelaar is na een maand teruggevonden in het natuurreservaat waar hij vermist was geraakt."

- Bij een betogende tekst bestaat de hoofdgedachte uit een mening met het belangrijkste argument: 
bijv. Het KNMI kan beter worden afgeschaft, want van de tien weersvoorspellingen komen er acht niet uit.

Slide 19 - Slide

Voorkennis activeren

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Wie heeft deze documentaire gezien?
Ik
Ik niet.

Slide 22 - Poll

Samen doen
opdracht 14 op bladzijde 28

Slide 23 - Slide

Wat ga je doen?
Maak opdracht 10, 11, 12, 14, 15, 16, 17 op bladzijde 26-29

10 minuten in stilte
geen vragen




timer
10:00

Slide 24 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van deze les heb je de tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen herhaald en kun je het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst vinden.


Slide 25 - Slide

Wat is het verschil tussen de tekstvorm en de tekstsoort?

Slide 26 - Open question