Week 6

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 1

WAW

Een veilig pedagogisch klimaat

periode 2

Week 1	Pedagogische vaardigheden voor kindgericht werken
Week 2	Pedagogische vaardigheden voor kindgericht werken
Week 3	Opvoeden: vaardigheden en stijlen
Week 4	Opvoeden: vaardigheden en stijlen
Week 5	Interactievaardigheden
Week 6	Interactievaardigheden
Week 7	Interactievaardigheden
Week 8	Presentaties Interactievaardigheden

Lesdoelen 

De student heeft kennis over de basale en educatieve interactievaardigheden. 

De zes interactievaardigheden 

Basale vaardigheden; 

• Sensitieve responsiviteit 
• Respect voor autonomie 
• Structureren en leiding geven (grenzen stellen)

Educatieve vaardigheden; 

• Praten en uitleggen
• Ontwikkelingsstimulering 
• Begeleiden van interacties 

Wat gaan we doen vandaag?

• Huiswerkopdracht verder aanvullen
• Lesdoelen 
• Interactievaardigheden Respect voor autonomie en Structureren en leiding geven (grenzen stellen) behandelen

Respect voor autonomie 

 

Als je respect hebt voor de autonomie van het kind dan betekent ditt, dat je respect hebt voor de eigenheid van het kind, voor wie het kind is en voor wat het kind wil.

 Respect voor autonomie is:

- het kind de ruimte geven om zoveel mogelijk zelf te doen en te ontdekken

- de inbreng van het kind positief te waarderen

Bekijk bladzijde 177 en maak 9.08 en 9.09

Structureren en grenzen stellen

Structuur en veiligheid bieden is:

- de omgeving voor het kind overzichtelijk ( en zoveel als mogelijk) voorspelbaar maken ( dit hoor je dan ook in je gedrag te laten zien)

- Het kind duidelijk maken wat er van hem of haar verwacht wordt en zorgen dat het kind zich aan de gestelde regels houdt. 

Bekijk bladzijde 180 en maak 9.10 en 9.11

Lesopdracht 

Lesopdracht 

Vul de kolommen respect voor autonomie en structureren en leiding geven in. Gebruik hierbij je werkboek (theorie hoofdstuk 9). 

Welke interactievaardigheid zie je terug bij de verschillende momenten (mogen er meer per moment zijn)

Geef een voorbeeld hoe je dit terug ziet op je BPV (collega’s) en bespreek dit daarna met je stagebegeleider. 

Toetsing periode 2

Opdracht 

Maak van elke interactievaardigheid een poster (6 posters). 

•Wat moet er op de poster: 

- Beschrijf wat de interactievaardigheid inhoudt. 

- Maak de interactievaardigheid visueel zichtbaar op de poster. 

- Geef praktijkvoorbeelden, waarin de interactievaardigheid naar voren komt.

Toetsing periode 2

Presentatie: lesweek 8

•Kies één van de zes posters, waar je het meest trots op bent. Deze presenteer je individueel voor de klas. 

•Presenteer aan de hand van de beoordelingscriteria.

Afsluiting van de les 

• Evaluatie les- doel; je kent de basale en educatieve       interactievaardigheden 
• Wat neem je mee naar je stage? 

Afronding periode 2

• lesopdrachten op digiplein ( zie sharpoint Wendy- lesson up)
• Schema interactievaardigheden ( sharepoint Wendy- p2- inleverpunt)
• 6 posters van de interactievaardigheden (eindopdracht p2 WAW) 
• presentatie gegeven en voldoende beoordeling hiervoor in week 8